1. Inleiding jaarstukken

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor u ligt de jaarverantwoording 2021. Het document waarin wij verantwoording afleggen over het gevoerde beleid in het afgelopen jaar. Het jaar 2021 heeft voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de uitvoering van het Maatschappelijk Akkoord Tubbergen (MAT). Dit MAT is in 2018 opgesteld en is betrokken bij het opstellen van de begroting 2021. Zo kent de begroting 2021 eenzelfde opbouw als het MAT te weten een deel dat gaat over de kernagenda's en een deel dat gaat over de kern overstijgende agenda's. Deze beide agenda's vormen het ambitiedeel van de begroting 2021. In de kernagenda's zijn per kern de ambities en vraagstukken terug te vinden waar we als gemeente en inwoners gezamenlijk aan werken. De inhoud van deze kernagenda's is terug te vinden in de begrotingsapp. Met ingang van het begrotingsjaar 2021 (dus met ingang van de begroting 2021) volstaan we in de P&C-documenten met een verwijzing naar de begrotingsapp. In deze begrotingsapp wordt de actuele stand van zaken van de kernagenda’s weergegeven. Zowel inhoudelijk als financieel.

 

Daarnaast kennen we een onderdeel in onze begroting dat bestaat uit de zogenaamde basisbegroting. In dit deel komen de reguliere, jaarlijkse terugkerende taken die de gemeente uitvoert terug. Over de uitvoering van beide delen hebben we middels de beide programmajournaals en financiële rapportage verslag gedaan. Zowel voor wat betreft de inhoudelijke als ook de financiële voortgang. 

 

De veruit belangrijkste gebeurtenis van het jaar 2021 was zonder twijfel het coronavirus en de gevolgen daarvan. Gezien de omvang en de impact hiervan is een afzonderlijk corona deel aan deze inleiding toegevoegd.

 

Voor een verdere inhoudelijke en financiële toelichting op het jaar 2021 verwijzen wij u naar de verschillende onderdelen van deze  jaarstukken 2021.

Corona

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Het jaar 2021 heeft voor iedereen, en dus ook voor ons als gemeentelijke overheid, voor een heel groot deel in het teken gestaan van COVID-19 (corona). Veel geplande activiteiten en werkzaamheden konden geen doorgang vinden, moesten worden uitgesteld of op een andere manier worden uitgevoerd. Daartegenover stonden echter ook weer werkzaamheden die extra aandacht en capaciteit hebben gevraagd. Hierbij valt niet alleen te denken aan eigen gemeentelijke inzet maar ook aan extra inzet die van rijkswege werd gevraagd voor bijvoorbeeld het handhaven van wetten en regelingen maar ook aan het (laten) uitvoeren van rijksregelingen. Op meerdere plekken in deze jaarverantwoording 2021 worden de gevolgen van de coronapandemie benoemd en toegelicht. Dit zowel inhoudelijk als financieel. Iets wat we feitelijk ook in de beide programmajournaals over het jaar 2021 hebben gedaan.


 
Daarnaast hebben we er voor gekozen om de financiële gevolgen van de coronapandemie in deze jaarverantwoording ook op een centrale plek weer te geven. Enerzijds om in financiële zin een totaal integraal beeld te hebben van de financiële gevolgen maar ook om de verschillende rijksvergoedingen die we hebben ontvangen te verantwoorden en toe te lichten en om aan te geven wat er mee is gedaan dan wel wat we er mee gaan doen. Anderzijds ook om te voorkomen dat op meerdere plekken dezelfde soort verklarende “corona teksten” worden gebruikt. In plaats daarvan kan worden verwezen naar deze centrale plek in de inleiding bij de jaarverantwoording 2021. 

 

Het kabinet heeft vanaf het begin van de coronapandemie aangegeven dat er compensatie zou komen voor de extra kosten die gemeenten maken en voor het wegvallen van gemeentelijke inkomsten. Deze compensatie is in verschillende tranches en via verschillende documenten (circulaires algemene uitkering, separate brieven aan gemeenten) kenbaar gemaakt. Ten behoeve van de inzichtelijkheid en overzichtelijkheid heeft het college met de raad afgesproken dat al deze mutaties lopen via de zogenaamde stelpost corona waarover in elk van de P&C-documenten verantwoording wordt afgelegd. Tijdens die verantwoordingsmomenten in de P&C-cyclus worden ook de gevolgen van corona in de zin van hogere uitgaven of  lagere inkomsten verantwoord, of kosten als gevolg van specifieke besluiten betrokken bij deze stelpost.  


In het tweede programmajournaal 2021 hebben we het verloop en de stand van de stelpost corona uitvoerig beschreven en toegelicht. Onderdeel van de besluitvorming uit dit tweede programmajournaal was onder andere het verlagen van de stelpost corona met het deel van de stelpost dat de afgelopen jaren via de algemene middelen aan deze stelpost was toegevoegd. Reden voor deze verlaging was gelegen in het feit dat de (financiële) gevolgen van corona voor onze gemeentelijke begroting volledig konden worden opgevangen met de compensatie die we via het Rijk ontvangen. De  stand van de corona stelpost na besluitvorming uit het tweede programmajournaal kwam uit op een stand van € 245.000.  Specificatie uit het tweede programmajournaal 2021:

Stand stelpost corona uit eerste programmajournaal 2021                 523
Totaal mutaties uit tweede programmajournaal 2021                   20
Totaal terug naar algemene middelen tweede programmajournaal 2021               -298
Resterende  stelpost corona na besluitvorming tweede programmajournaal 2021                 245


 
Coronacompensatie van het Rijk
Na vaststelling van het tweede programmajournaal 2021 heeft het Rijk nogmaals nieuwe pakketten met coronacompensatie bekend gemaakt en opgenomen in de septembercirculaire 2021 en de decembercirculaire 2021. Het gaat om de volgende onderwerpen en bedragen:

Coronacompensatie septembercirculaire 2021  
 - TONK 102
 - Buurt- en dorpshuizen 7
 - Lokale cultuur 44
Coronacompensatie decembercirculaire 2021  
 - continuïteit van zorg - jeugd 23
 - continuïteit van zorg - Wmo 23
 - lokaal cultuuraanbod 37
 - inkomstenderving gemeenten 0
 - WSW / participatie (IU) 54
Totaal compensatie circulaires  290

 

Toelichting op de verschillende onderdelen van de compensatie

De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke (woon)kosten niet meer kunnen voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten. Voor deze tijdelijke ondersteuning wordt het bestaande instrument van de bijzondere bijstand gebruikt.  Voor de eerste drie kwartalen van 2021 is een bedrag van € 260 miljoen beschikbaar gesteld voor de TONK. De eerste tranche van € 65 miljoen is reeds toegevoegd aan de algemene uitkering en bij de aanvullende brief maart 2021 over gemeenten verdeeld. Deze tweede en laatste tranche voor de periode tot en met 30 september bedraagt € 195 miljoen, eveneens beschikbaar gesteld via de algemene uitkering en voor de verdeling wordt de eerder afgesproken verdeelsleutel gehanteerd. Voor Tubbergen een bedrag van € 102.000.  

                                      
Voor de lokale cultuur en buurt- en dorpshuizen heeft het kabinet € 60 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan € 50 miljoen voor cultuur (voor Tubbergen € 44.000) en € 10 miljoen voor buurt- en dorpshuizen (voor Tubbergen € 7.000), ter compensatie van de extra uitgaven als gevolg van de coronacrisis. 


De VNG en het Rijk hebben afgesproken dat meerkosten binnen het sociaal domein (Jeugdwet en Wmo) als gevolg van de coronapandemie in 2021 door het Rijk worden gecompenseerd. De totale hoogte van de compensatie met betrekking tot de Jeugdwet en Wmo 2015 in het bestuurlijk overleg tussen VWS en VNG van 7 oktober 2021 gezamenlijk vastgesteld op € 136,1 miljoen. Deze compensatie betreft een afrondende afspraak voor meerkosten over 2021. Een deel van het bedrag van € 26,2 miljoen is toegevoegd aan de algemene uitkering en wordt verdeeld via het cluster Jeugd.  Voor de gemeente Tubbergen een bedrag van € 23.000 dat betrekking heeft op jeugd. Een ander deel van het bedrag van € 20,8 miljoen is toegevoegd aan de algemene uitkering en wordt verdeeld via het cluster Maatschappelijke ondersteuning. Voor de gemeente Tubbergen een bedrag van € 23.000 dat betrekking heeft op Wmo.

                                    
De gemeenten ontvangen € 41,6 miljoen voor het in stand houden van de lokale en regionale cultuur in 2021. De verdeling van deze middelen over de gemeenten is in deze circulaire verwerkt. Dit komt bovenop de verstrekte € 50 miljoen voor de instandhouding van de lokale en regionale cultuur voor de eerste helft van 2021 zoals benoemd in de septembercirculaire. Het aanvullende bedrage van € 41,6 miljoen betekent voor de gemeente Tubbergen een extra compensatie van € 37.000.      

    
In aanvulling op het voorschot in 2020 ontvangen gemeenten nu aanvullende compensatie voor inkomstenderving voor zover dit niet voortkomt uit eigen beleid. Compensatie vindt plaats o.b.v. het verschil tussen begrote en gerealiseerde inkomsten waarbij eventuele meevallers worden gesaldeerd. Voor de gemeente Tubbergen betreft het hier een bedrag van € 77.000 wat reeds was meegenomen in het tweede programmajournaal maar formeel via de decembercirculaire naar ons toekomt.

 

Eerder heeft het kabinet de gemeenten, voor de periode van 1 maart tot 31 december 2020, € 140 miljoen verstrekt voor het opvangen van de exploitatietekorten van de Sociale Werkbedrijven. Het kabinet stelt voor ditzelfde doel aanvullend € 45 miljoen beschikbaar voor de periode van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021. Voor de gemeente Tubbergen een bedrag van € 54.000.

 

Jaarverantwoording 2021

Uit de (financiële) analyse van de jaarverantwoording 2021 blijkt dat op meerdere plekken sprake is van corona gerelateerde (extra) uitgaven of lagere inkomsten. In sommige gevallen incidentele uitgaven/inkomsten die feitelijk ten laste/gunste van de stelpost moeten worden gebracht maar ook verschillen in uitgaven en inkomsten waarvan verwacht mag worden dat deze als gevolg van corona slechts een verschuiving laten zien over de jaren heen. We hebben er voor gekozen de echte direct aan corona toe te wijzen incidentele meerkosten/lagere uitgaven te verrekenen met de stelpost. De mutaties over de jaren heen op de verschillende structurele begrotingsposten laten we buiten beschouwing. Hierbij moet worden gedacht aan de uitgaven en inkomsten huwelijken, paspoorten, rijbewijzen, enz.  Hiermee rekening houdend ontstaat het volgende beeld van posen waarvan wordt voorgesteld deze te verrekenen met de stelpost corona:

Mutaties uit de jaarverantwoording 2021  
 - continuïteit van zorg - jeugd -23
 - continuïteit van zorg - Wmo -23
 - levensonderhoud startende en gevestigde ondernemers -22
 - leges APV en bijzondere wetten -9
Totaal mutaties uit de jaarverantwoording 2021 -77

 

Stand stelpost corona

Rekening houdend met de coronacompensatie van het Rijk en de mutaties uit de jaarverantwoording zoals hiervoor benoemd en toegelicht resteert per 31 december 2021 een stelpost corona van € 458.000. Specificatie:

Stand stelpost corona uit tweede programmajournaal 2021 245
Bij: coronacompensatie Rijk uit circulaires 290
Af: mutaties uit jaarverantwoording 2021 -77
Stand stelpost corona per 31 december 2021 458

 

Resultaatbestemming
De hierna resterende stelpost ten bedrage van € 458.000  wordt betrokken bij de resultaatbestemming. Voorstel is om het restant van de stelpost over te hevelen naar het jaar 2022 in afwachting van meer duidelijkheid/te ontwikkelen beleid. Dit vooral gezien de gedachte dat veel van de gevolgen van coronapandemie in de loop van het jaar 2022 (wellicht zelfs 2023) echt zichtbaar en duidelijk worden.

 

In de komende P&C-documenten blijven we verslag doen van de gevolgen van de coronapandemie en dus ook van de stand van zaken van deze stelpost.