Hoe werken wij samen?

Begroting 2020: Hoe werken wij samen?

Terug naar navigatie - Begroting 2020: Hoe werken wij samen?

Wij geloven in de kracht van onze dorpen, onze inwoners, onze ondernemers en onze maatschappelijke organisaties. Samen denken we na over leefbaarheid en maken we keuzes voor de toekomst. De inwoners spelen hierin de hoofdrol. De inwoners kunnen in veel gevallen problemen beter oplossen dan de overheid. Die handschoen pakken de inwoners veelvuldig op. In Mijn Dorp 2030 denken alle kernen na over de leefbaarheid in hun dorp. Ideeën worden omgezet in concrete acties en samen is de agenda voor de komende periode opgesteld. Van de gemeente vraagt het om niet alles dicht te regelen, maar juist initiatieven te faciliteren, te inspireren en motiveren om nieuwe en betere antwoorden te vinden op gemeenschappelijke uitdagingen. Een daadkrachtige partner is wat we willen zijn, die ruimte geeft en voorwaardenscheppend is voor het initiatief. Deze manier van werken zijn we de afgelopen jaren met elkaar aangegaan en willen wij voortzetten en verbeteren.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Om in de toekomst de juiste ondersteuning te bieden aan de samenleving, vraagt dit van de gemeente  om een doorontwikkeling in de manier van werken met de samenleving.  De eerste periode heeft in het teken gestaan van aanjagen en stimuleren. Ideeën zijn ontwikkeld en de eerste concrete acties zijn een feit. De fase waarin we ons in 2020 bevinden richt zich ook op spiegelen, keuzes maken en prioriteiten stellen. De juiste dingen  doen voor de leefbaarheid in de dorpen. In eerste instantie heeft de samenwerking met de samenleving vooral vorm gekregen via Mijn Dorp 2030. In 2019 is het een manier van werken die verankerd moet worden in de gehele organisatie. Van onze eigen ambtelijke organisatie vraagt dit een bewustwordingsproces en een aanpassing op onze manier van werken. Wij willen daarin het volgende bereiken.

  1. Bij alle veranderingen en/of initiatieven waarbij wij keuzemogelijkheden hebben, vindt een bewuste afweging van onze rol plaats. Wie willen we zijn en wat betekent dit in de rol die wij aannemen. Deze rol is maatwerk: soms voeren we de regie, in andere gevallen zijn wij ook één van de spelers. Er bestaat niet één ideale of beste rol. Dit kan per beleidsvorming, kern en initiatief verschillen.
  2. Van debat naar dialoog: bij elk initiatief of project wordt een dialoog gevoerd over de meerwaarde en de duurzaamheid. Als gemeente spiegelen, stellen wij vragen ter overweging bij elk initiatief. Wij willen een volwaardige gesprekspartner zijn. Vanuit het goede gesprek de juiste inhoud op tafel. Hierbij is de rol van de raad ook aan verandering onderhevig. De raad wil daarom het besluitvormingsproces meer laten aansluiten bij de samenleving. 
  3. Op thema’s als duurzaamheid en gezondheid stimuleren wij initiatieven vanuit de samenleving. Toelichting: deze thema’s hebben extra stimulans nodig, omdat het op deze thema’s moeilijker blijkt om initiatieven op te ontwikkelen. Op de andere beleidsthema’s, zoals voorzieningen, zijn we hierin al meer vertrouwd. 
  4. Wij zijn een daadkrachtige partner voor de lokale samenleving. Daadkracht is doen wat nodig is, met voortdurend een focus op de resultaten en effecten die we met elkaar willen bereiken. Hierbij past geen risicomijdend gedrag en regelzucht, maar lef, creativiteit, denken in mogelijkheden en uitdagingen en ruimte voor de samenleving om met elkaar te kunnen vaststellen of we onze ambities behalen. De samenleving weet wat ze van de gemeente kan verwachten en de gemeente voldoet hieraan.Dit is ook de manier van werken die wij bij de invulling van de Omgevingswet gaan toepassen. Dit vraagt ook voor de samenleving en alle medewerkers van Noaberkracht om dezelfde visie en het juiste gereedschap, zodat wij (raad en college) met plezier de juiste dingen doen voor de samenleving. Daarom willen wij ook inzetten op de  juiste kennis, vaardigheden en competenties.
  5. De rol van de buurtmannen en –vrouwen wordt versterkt. De gemeente wil de rol en betekenis van buurtmannen en -vrouwen als partner voor de dorpen versterken. De buurtmannen en –vrouwen zijn een waardevolle verbinding tussen samenleving en gemeente. Zij vormen de toegang, de schakel tussen beide partijen en zorgen voor partnerschap in de samenwerking.
  6. Een andere manier van werken vraagt ook om het verkennen van andere manieren van financieren. De gemeente wil graag samen met inwoners, ondernemers en organisaties experimenteren met de burgerbegroting en de Right to Challenge. Bij de Burgerbegroting mogen inwoners zelf beslissen waaraan het gemeentelijk budget wordt besteed. Right to Challenge houdt in dat inwoners taken van de overheid kunnen overnemen als zij denken dat het anders, beter en/of goedkoper kan. 

  7. Implementeren van de Omgevingswet. Het landelijke uitgangspunt is om vanuit ambitie en algemene regels gebiedsgericht te gaan werken. De Omgevingswet is veel meer dan een juridische exercitie. De wet vraagt van gemeenten een andere manier van denken en werken door de integrale benadering van de leefomgeving, meer bestuurlijke afwegingsruimte, meer nadruk op participatie en samenwerking,  en de benadering vanuit de initiatiefnemer. Hierbij wordt nauw aangesloten bij de werkwijze die vanuit MijnDorp2030 ontstaan is.

Hoe gaan we dat bereiken?

Terug naar navigatie - Hoe gaan we dat bereiken?

De ontwikkelingen in en met samenleving leiden tot een andere vorm van organisatie, een andere werkwijze, andere vormen van samenwerking en financiering. Als gemeentelijke organisatie moeten we hier mee aan de slag. Het is nodig om binnen de gehele organisatie te professionaliseren en dat bestaat uit de volgende onderdelen: bestuursstijl, communicatie, medewerkers, financiën, (be)sturing, maatschappelijke partners en een instrumentenkoffer. Hieronder is het schematisch weergegeven en staat beschreven aan welke punten we moeten werken om nog meer dan nu een daadkrachtige partner van de samenleving te kunnen zijn.

Wat willen we bereiken

Om de manier van werken te bestendigen in de gehele organisatie gaan  wij  inzetten op:

  1. ‘Instrumentenkoffer’

    • Ontwikkeling van een instrumentenkoffer 1.0: we ontwikkelen instrumenten die we kunnen gebruiken bij de samenwerking met de samenleving. De koffer bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

      • Participatieladder: mate van participatie

        • Handleiding om een bewuste afweging te maken bij alle beleidsvormingen en initiatieven uit de samenleving, waarbij wij keuzemogelijkheden hebben, over de mate van participatie (aan de voorkant).
      • Instrument waardebepaling doorontwikkelen en toepassen
      • (Menselijke) toolkit (vouchers) waar de buur(t)mannen en -vrouwen en andere medewerkers uit kunnen putten om de kernen zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen, op basis van de behoefte (bijvoorbeeld de inzet van adviseurs).

  2. Bestuursstijl:

    • Betrekken gemeenteraad en rolbepaling: de gemeenteraad is betrokken bij initiatieven uit de samenleving en bepaalt hun rol hierin.  
    • Verkennen hoe het besluitvormingsproces beter kan aansluiten op de nieuwe manier van werken. Zodat ook zichtbaarheid, laagdrempeligheid van de raad en de rol van volksvertegenwoordiger naar volksverbinder beter tot zijn recht komt.

  3. Medewerkers:

    • Doorontwikkeling  samenlevingsgerichte competenties

      • De vakspecialisten zijn zich bewust van de stakeholders en communiceren proactief passend bij de behoefte van de stakeholders
      • Het taalgebruik van medewerkers sluit aan bij de leefwereld van de partners en inwoners

      • Meer bewuste rolneming door medewerkers ten aanzien van partners en inwoners
      • Meer integrale afweging bij bestuurlijke advisering 

         4. Financiering

  • Het eenduidig en transparant organiseren van financieringsvormen voor de samenleving als randvoorwaarde om nieuwe vormen in de toekomst te kunnen toetsen en ontwikkelen (bijvoorbeeld het verbreden van het stimuleringsfonds sociaal domein naar een leefbaarheidsfonds).

        5.(Be)sturing: 

  • Herijken van de uitgangspuntennotitie. In 2016 is de uitgangspuntennotitie Mijn Dorp 2030 opgesteld. Wij en ook de samenleving heeft zich doorontwikkeld en dit vraagt ook om een evaluatie van de uitgangspuntennotitie.

 

De sturing op deze inspanningen vindt deels plaats binnen het programma Participatieprocessen en deels binnen het programma Ontwikkeling Noaberkracht (verder uitgewerkt in de begroting Noaberkracht).

Omgevingswet

Omgevingswet

Terug naar navigatie - Omgevingswet

In april 2020 is besloten dat de invoering van de Omgevingswet tot nader moment wordt uitgesteld. Dit betekent niet dat het project Omgevingswet nu stil ligt. De komende periode wordt doorgewerkt volgens drie lijnen namelijk:

  1. Het opstellen van de omgevingsvisie op basis van de keuzes die in het beleidsstuk: beleidsvernieuwing in de Omgevingswet gemaakt zijn aangevuld met de uitkomsten van alle gesprekken, bijeenkomsten, enquêtes en de kernavonden met de inwoners. (najaar 2020 gereed)
  2. Voorbereiden op de invoering van het Omgevingsplan door het opstellen van een uitgangspuntennotitie. Hierin wordt aangegeven hoe we de komende jaren met elkaar het omgevingsplan van rechtswege toepassen, maar ook hoe van een omgevingsplan van rechtswege verder werken naar een integraal omgevingsplan waarin de bruidsschat en het lokale beleid verweven zijn.
  3. Daarnaast werken we aan het omgevingswetproof maken van onze organisatie door de medewerkers op te leiden en bewust te maken van de gewenste werkwijze en passen we de processen en ICT aan op de nieuwe situatie.

 

Corona
Ook binnen het project omgevingswet hebben de coronamaatregelen impact. Niet alleen qua planning door de toegenomen werkdruk bij medewerkers binnen RO en WABO en de toename in aanvragen. Maar ook door de verschuiving van de invoeringsdatum vanwege de impact van corona op de zaken die door de landelijke overheid en externe partners opgeleverd moeten gaan worden.


Daarnaast is er ook de impact op de inhoud van ons beleid. De coronamaatregelen hebben in meer of mindere mate gevolgen voor de ondernemers en organisaties in onze samenleving. In heel veel gevallen staan de inkomsten onder druk, is het voortbestaan onzeker en is op dit moment onduidelijk hoe de toekomst er uit gaat zien. Dit heeft ook gevolgen voor de keuzes en het beleid dat Noaberkracht voor de gemeenten uitvoert. We proberen hierin al zoveel mogelijk vooruit te kijken en te denken maar het zal ook zo zijn dat veel consequenties pas later in de tijd duidelijk worden. Dit zullen we dan ook verwerken in de omgevingsvisie en het omgevingsplan indien nodig.

Financiële kaders

Terug naar navigatie - Financiële kaders

Het budget voor het project Omgevingswet is verdeeld over een aantal jaren, waarbij het zwaartepunt van de voorbereiding en implementatie in 2020 ligt. In de begroting van Noaberkracht is voor het project Omgevingswet initieel een bedrag van €819.000 opgenomen voor de implementatie. Dit is volgens de verdeelsleutel door beide gemeenten ter beschikking gesteld. Dit bedrag is verdeeld over de jaren 2018 t/m 2021 en wordt verantwoordt in de P&C cyclus van Noaberkracht. De looptijd van het project was oorspronkelijk tot 1 januari 2021. Met het verschuiven van de invoeringsdatum en het nog bekend niet zijn van de nieuwe datum is de verwachting dat in het tweede programmajournaal meer duidelijkheid gegeven kan worden. Tevens worden komende periode de structurele effecten van de invoering van de Omgevingswet in kaart gebracht. Zodra hier meer helderheid over is, zullen we dat met u als Raad delen.

 

Over de eerste acht maanden van 2020 zijn geen afwijkingen op de begroting opgetreden.