Taakstelling inburgering statushouders
De coronacrisis heeft als gevolg dat er een achterstand is opgelopen in het huisvesten van gekoppelde statushouders en daarbij zijn inburgeringscursussen opgeschort. De huisvesting is gestagneerd doordat de woningcorporatie geen sleuteluitgifte meer deed, dit is inmiddels mondjesmaat opgestart maar de noodzakelijke begeleiding door vrijwilligers is nog een probleem. De vrijwilligers zijn veelal 70+ en durven daarom de 'fysieke' contacten voorlopig niet aan. Ook de inburgering loopt door het uitblijven van fysieke contacten vertraging op. Dit heeft consequenties voor de statushouders(gezinnen). Overwogen moet worden om de begeleiding (door de huiscoaches) door professionals te laten plaatsvinden. De taakstelling wordt wellicht niet gehaald.
Participatiewet
De bijstandsaanvragen nemen toe en zullen ook verder gaan toenemen als gevolg van een noodpakket waarin personeel eenvoudiger ontslagen mag/kan worden en door het wegvallen van functies in bepaalde sectoren zoals horeca, evenementen, theaters etc.. Het zal ook meer problematisch worden om deze mensen aan de slag te krijgen. Doordat er meer inwoners op bijstandsniveau komen te zitten, is de verwachting dat ook door meer inwoners mogelijk een beroep zal worden gedaan op schuldhulpverlening en het minimabeleid.
Eenzaamheid
Inwoners, zowel ouderen als cliënten, hebben minder sociale contacten dan normaal en hierdoor dreigt eenzaamheid. Enerzijds omdat familie en mantelzorgers niet op bezoek kunnen komen, maar ook doordat allerlei activiteiten voor senioren zijn geannuleerd als gevolg van de maatregelen. Cliënten hebben voor een periode geen (of veel minder) gebruik kunnen maken van hun ondersteuning. Denk aan het wegvallen van dagbesteding, individuele ondersteuning, de inzet van de huishoudelijke ondersteuning, geen gebruik kunnen maken van collectief vervoer maar ook het niet kunnen bezoeken van de eerstelijnshulp (huisarts, fysio, etc.). Dit kan zowel een een korte- als langetermijneffect hebben op het onderhouden van de sociale contacten. Als er sprake is van minder sociale contacten, kan dit leiden tot een sociaal isolement waarin eenzaamheid naar de voorgrond treedt.
Mantelzorgers
Een van de maatregelen van het kabinet in de bestrijding van het coronavirus is het beperken van bezoek aan ouderen en kwetsbare mensen. Een begrijpelijk advies, maar juist nú zijn mantelzorgers voor ouderen en kwetsbaren extra belangrijk. Het beperken van bezoek is voor mantelzorgers dan ook niet realistisch. Op hun schouders rust in deze tijd een zwaardere taak. Er bestaat een mogelijkheid dat mantelzorgers het niet langer volhouden en uitvallen. Dit kan betekenen dat extra ondersteuning vanuit Wij in de Buurt ingezet moet worden of dat de ondersteuning die normaal gesproken door mantelzorgers wordt geboden, nu door een professional moet worden uitgevoerd. Dit heeft als mogelijk gevolg, extra meldingen voor een indicatie op grond van de Wmo.
Zorgcontinuïteit
Aanbieders van Jeugdhulp en Wmo kunnen (een deel van) de reguliere ondersteuning niet leveren, waardoor de zorgcontinuïteit in gevaar kan komen. Voor de meest kwetsbare inwoners kan dit op korte termijn problemen opleveren, de structuur is weg, behandeling wordt niet doorgezet of de begeleiding wordt niet geboden. Dit kan tot gevolg hebben dan mantelzorgers of andere naasten overbelast raken. Op de lange termijn kan dit betekenen dat er meer inzet van zorgaanbieders vereist is, om de opgelopen ‘schade’ te herstellen of te stabiliseren. Ook zijn er mogelijk consequenties op de lange termijn. Tot 1 juli kunnen aanbieders een beroep doen op een zogenoemde continuïteitsbijdrage, waardoor zij niet in liquiditeitsproblemen raken. Of er ook financiële problemen op de lange termijn of bij een nieuwe piek in het aantal coronabesmettingen ontstaan, is op dit moment niet te overzien. Wanneer dit aan de orde is, moeten ook rekening gehouden worden met gevolgen van zorgcontinuïteit.
Huishoudelijke ondersteuning
De aanbieders van huishoudelijke ondersteuning kunnen een belangrijk deel van de zorg nog steeds leveren. Echter zijn er cliënten die zelf afspraken afzeggen omdat zij bijvoorbeeld tot de kwetsbare doelgroep behoren. Circa 10 tot 15% van de cliënten op enig moment geen huishoudelijke ondersteuning gehad van een HO-aanbieder. Op dit moment is nog onduidelijk of dit op termijn meerkosten met zich meebrengt.
Extra kosten ondersteuning
Door het wegvallen van ondersteuning bijvoorbeeld in de vorm van dagbesteding kan de situatie (cognitief maar ook fysiek) van inwoners (langzaam) achteruitgaan. Zij missen de nodige structuur, sociale contacten en het gevoel zinvol bezig te zijn, er is onbegrip, onrust of woede. De groepsdagbesteding is soms vervangen door bijeenkomen in kleine groepjes, een op een activiteiten of individuele begeleiding, maar dat is (nog) heel beperkt. De uitval van dagbesteding kan leiden tot een hogere zorgvraag, deze kan tijdelijk van aard zijn maar ook langdurig. Indien voor deze extra of hogere zorgvraag ondersteuning ingezet moet worden vanuit de Wmo of Jeugdwet, betekent dat dat er tijdelijk of op de langer termijn sprake zal zijn van meerkosten. Voorbeelden zijn dat meer dagbesteding ingezet moet worden. Of doordat tijdelijk (meer) individuele ondersteuning ingezet moet worden om achteruitgang van de inwoner te voorkomen. Individuele ondersteuning is een duurdere vorm van ondersteuning dan dagbesteding.
Wachtlijsten dagbestedingslocaties
Als gevolg van het naleven van de 1,5 meter afstand, kunnen er op de dagbestedingslocaties minder inwoners tegelijkertijd aanwezig zijn. Zo zal er door de locaties gekeken moeten worden naar het verspreiden van de inwoners over de dagen van de week. Dit betekent ook dat er minder snel plek is voor nieuwe inwoners en dit kan leiden tot wachtlijsten bij de verschillende dagbestedingslocaties. Op het moment dat een inwoner zich bij de Wmo of Jeugd meldt en er na onderzoek blijkt dat er ondersteuning nodig is in bijvoorbeeld de vorm van dagbesteding, wordt er gekeken naar welke locatie het meest passend is bij de vraag van de inwoner. Ook wordt rekening gehouden met de afstand van het huisadres tot de dagbestedingslocatie. Op het moment dat de meest geschikte locatie geen plek heeft om nieuwe inwoners op te vangen, moet uitgekeken worden naar een andere locatie. Op het moment dat er ook ondersteuning bij het vervoer noodzakelijk is en de omgeving van de cliënt dit niet zelf kan oplossen, leidt dit tot meerkosten omdat de opdracht dan weggezet wordt bij de vervoerder. Elke gereden kilometer wordt gefactureerd.
Vervoer
De vervoersstromen hebben geruime tijd zo goed als stilgelegen. Er heeft een enkele taxirit plaatsgevonden. Als gevolg van het zoveel mogelijk naleven van de 1,5 meter afstand tijdens de vervoersbeweging (regiotaxi, dagbestedingsvervoer en leerlingenvervoer boven de 12 jaar) kunnen per bus/taxi minder inwoners tegelijkertijd vervoerd worden (40%). Daarnaast mag de chauffeur de cliënt niet meer in de bus helpen en dient dit gedaan te worden door een naaste. Uitzondering hierop is de cliënt in een rolstoel, dit leidt tot een extra handeling voor de chauffeur. Dit kan als gevolg hebben dat er meer inzet nodig is van de taxibussen en daarmee ook personeel maar ook dat het langer duurt voordat een cliënt in de taxi zit. Dit gaat mogelijk leiden tot hogere kosten van het vervoer.
Eigen bijdrage CAK
Minister de Jonge heeft gemeld dat het abonnementstarief voor alle inwoners die gebruik maken van de Wmo voor (in elk geval) de maanden april en mei kwijtgescholden wordt. Dit omdat het ministerie gemeenten niet dusdanig veel werk wil opleggen. Gemeenten zouden in het geval dat het wel geïnd zou worden, per inwoner moeten doorgeven welke inwoner in de coronacrisis wel of geen ondersteuning heeft ontvangen. Verschillende dagbestedingslocaties hebben hun werkzaamheden tijdelijk op een andere wijze ingevuld, maar ieder weer op haar eigen manier. En eind april hebben meerdere dagbestedingslocaties langzaamaan hun deuren weer geopend. Dat maakt dat het voor gemeenten onmogelijk is om op cliëntniveau aan te geven is welke cliënt wel of geen ondersteuning heeft ontvangen. Indien nodig wordt deze maatregel door de minister verlengd. VNG en VWS zijn met elkaar in gesprek over compensatie van gemeenten over de gederfde inkomsten over deze twee maanden.
Beschermd Wonen
De onzekerheid die gepaard gaat met de coronacrisis maakt dat psychisch kwetsbare inwoners een groter risico lopen verder verward te raken. De druk op beschermd wonen locaties kan daarmee oplopen. Mogelijk kan dit een (toenemende) wachtlijst tot gevolg hebben.
Gevolgen gespannen thuissituaties en onveilige situaties
Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn de meest omvangrijke geweldproblemen in Nederland. Deze complexe problematiek speelt zich in alle lagen van de bevolking af, veelal in onzichtbaarheid door schaamte en loyaliteit. In de aantallen hebben we te maken met een ‘dark number’, oftewel; we kennen de cijfers in onze gemeenten, maar het daadwerkelijke aantal mensen die te maken krijgt met deze vormen van geweld ligt vermoedelijk hoger.
Kinderen konden/kunnen langere tijd niet naar school en ouders moeten zoveel mogelijk vanuit huis werken. De combinatie thuisonderwijs, thuis werken en eventuele al aanwezige spanningen kunnen in enkele situaties uit de hand lopen. Dit hoeft zich niet direct te uiten, maar kan ook een na-ijleffect hebben. Dit kan leiden tot een toenemende mate aan meldingen bij Veilig Thuis Twente en uiteindelijk bij de consulenten van de gemeenten. Mogelijk leidt dit ook tot extra inzet van Wmo en/of jeugdhulp met daarmee gepaarde kosten.
De onzekere tijd door corona maakt een voedingsbodem voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Men zit elkaar de hele dag op de lip, kinderen kunnen hun energie niet kwijt, er ontstaan mogelijk financiële problemen door verlies van inkomsten, mantelzorgers raken overbelast en meer alcoholgebruik; het leidt allemaal tot een grotere kans op geweld, met name tegen vrouwen en kinderen. Men kan zich hieraan niet onttrekken omdat veilige plekken en uitlaatkleppen zoals werk, school, dagbesteding en sportclub gemist worden. Op dit moment is er geen toename zichtbaar in het aantal meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Experts schatten in dat er een na-ijleffect zal plaatsvinden. Meldingen nemen mogelijk toe en komen later binnen bij Team Ondersteuning en Zorg, politie en Veilig Thuis Twente. De landelijke campagne Geweld hoort nergens thuis roept de samenleving op en wijst op eigen verantwoordelijkheid om anderen te helpen waar huiselijk geweld wordt vermoed.
Regionale samenwerking
In deze periode is de meerwaarde van regionale samenwerking duidelijk geworden. Vanuit de Veiligheidsregio is goede sturing gegeven aan de uitvoering met betrekking tot de virusuitbraak. Er zijn wellicht gemeenten die met dezelfde materie worstelen. Daar waar lokaal wellicht de focus verandert op de ambities, is het raadzaam om ook meer inzet te leveren naar regionale projecten/initiatieven die de veertien regiogemeenten, Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT)/Samen14 en de "coalition of the willing" gezamenlijk aan consequenties willen aanpakken. Daarnaast vraagt een snel opschaling in de regio om veelvuldig oefenen en voorbereiden op een volgende virusuitbraak in de (nabije) toekomst in samenwerking met de Veiligheidsregio Twente.
Publieke Gezondheid
Corona heeft een zware wissel getrokken op de GGD Twente. Veel medewerkers zijn uit het reguliere proces gehaald ten behoeve van de coronacrisis. Ze zijn ingezet voor alle vragen, testen en verdere consequenties. Het rijksvaccinatieprogramma (inentingen van kinderen) heeft weliswaar doorgang gevonden maar de inzet van de jeugdgezondheidszorg is beperkt gebleven. De consequenties moeten in beeld gebracht worden. Dit geldt ook voor de financiële consequenties (voor de veertien gemeenten).