8. Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

In de begroting wordt een uitgebreide beschrijving van en toelichting op de verschillende lokale heffingen gegeven. Dit, omdat bij de vaststelling van de begroting besluiten worden genomen over de gewenste belastingontvangsten en -  in aansluiting daarop – daarbij de tariefstructuur en - hoogte wordt bepaald. In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de wijze waarop de belastingontvangsten zijn gerealiseerd en in hoeverre daarbij afwijkingen zijn ontstaan ten opzichte van de begroting.

Overzicht belastingopbrengsten jaarrekening 2022

Terug naar navigatie - Overzicht belastingopbrengsten jaarrekening 2022

Soort heffing/belasting (bedragen x € 1.000)

Begroting 2022 na wijzigingen

Werkelijk 2022

Onroerendezaakbelastingen

4.392

4.375

Afvalstoffenheffing

  • Vast recht
  • Diftar (ledigingen) Aanslagen Diftar worden jaarlijks achteraf opgelegd.

 

876

354

 

868

358

Rioolheffingen

2.001

2.010

Toeristenbelasting

*aanslagen worden jaarlijks achteraf opgelegd. Werkelijke opbrengst betreft het belastingjaar 2021

201

202*

Forensenbelasting

51

38

Reclamebelasting

54

55

Totaal

7.929

7.906

Bestaand beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Terug naar navigatie - Bestaand beleid ten aanzien van de lokale heffingen

De belastingenstructuur en de tarieven van de gemeentelijke belastingen zijn voor het belastingjaar 2022 als volgt vastgesteld:

  1. De ozb-tarieven zijn zodanig vastgesteld dat voor 2022 de gewenste meeropbrengst (exclusief areaaluitbreiding) ten opzichte van 2021 wordt gerealiseerd. Er is voor 2022 rekening gehouden met een meeropbrengst van 2,9% (1,9% inflatiecorrectie plus 1% autonome stijging):
  2. de tarieven afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op een basistarief (vastrecht) vermeerderd met een bedrag per lediging van de restafvalcontainer (grijs) respectievelijk een bedrag per aanbieding aan de verzamelcontainer; Het basistarief is voor 2022 met € 15,- verhoogd en bedraagt € 105.,-  De overige tarieven zijn voor 2022 ongewijzigd t.o.v. 2021.
  3. De tarieven van de rioolheffingen voor het belastingjaar 2022 zijn ten opzichte van 2021 niet verhoogd;
  4. De tarieven leges en rechten zijn afgestemd op de lasten ter zake en kostendekkend.

Onroerendezaakbelasting (ozb)

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelasting (ozb)

Onder de naam ‘onroerendezaakbelastingen’ worden van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven:

Een gebruikersbelasting van degene die – naar omstandigheden beoordeeld – een onroerende zaak die niet in hoofdzaak als woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt en

  • Een eigenarenbelasting van degene die van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

 

De gebruikersbelasting wordt uitsluitend geheven over niet-woningen, terwijl de eigenarenbelasting wordt geheven van zowel woningen als niet-woningen.

 

De tarieven worden jaarlijks (opnieuw) bepaald aan de hand van twee factoren, te weten:

    1. De waardeontwikkeling van het WOZ-bestand in de gemeente en
    2. De gewenste ozb-opbrengst in het begrotingsjaar. 

 

Opbrengsten onroerende zaakbelastingen ( (bedragen x € 1.000)

2021

2022

Raming ozb

4.272

4.392

Werkelijke opbrengst ozb

4.252

4.375

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

-/-24

-/-17

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

-/-12

-/-4

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

Deze heffing heeft als uitgangspunt, dat de kosten voor 100% worden gedekt door de heffing. Naast een basistarief per huishouden betaalt de gebruiker een capaciteitsafhankelijk tarief per lediging restafval voor het gebruik van een verzamelcontainer, een 140-liter container of een 240-liter container. Op deze wijze wordt uitvoering gegeven aan het beginsel van ‘de vervuiler betaalt’. De opbrengst is bestemd voor de kostendekking van de afvalinzameling en -verwerking. 

 

Berekening kostendekkende afvalstoffenheffing (bedragen x € 1.000)

Begroting  2022

Werkelijk 2022

Kosten taakveld(en)

1.370

1.426

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

341

486

Netto kosten taakveld

1.029

 940

Toe te rekenen kosten

1.029

940

Overhead incl. (omslag)rente

55

56

Btw

230

230

Totale kosten

1.313

1.226 

Opbrengst afvalstoffenheffing

1.241

1.226 

Dekkingspercentage*

   94,5%

100,0

*Als het dekkingspercentage hoger is dan 100% worden de overtollige middelen aan de voorziening gedoteerd

Tarieven en opbrengst afvalstoffenheffing (in €)

2021

2022

Basistarief (vast recht)

90,00

105,00

1 lediging restafvalcontainer (grijs) 240 liter

10,60

10,60

1 lediging restafvalcontainer (grijs) 140 liter

6,50

6,50

1 lediging bij de verzamelcontainer via een chipkaart

0,85

0,85

Opbrengsten afvalstoffenheffing (basistarief + ledigingen) (bedragen x € 1.000)

 2021

2022 

Raming opbrengst basistarief (vast recht)

741

876

Werkelijk opbrengst basistarief

741

868

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming basistarief

-/-0

-/-8

 

 

 

Raming opbrengst ledigingen restafval:

346

354

Werkelijke opbrengst ledigingen restafval

378

358

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming ledigingen

+32

-6

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

-/-3

-/-1

 

 

 

Aantal ledigingen bij de verzamelcontainer via een chipkaart*

18.511

18.547

Aantal ledigingen restafvalcontainer (grijs) 140 liter*

8.617

8.231

Aantal ledigingen restafvalcontainer (grijs) 240 liter*

28.350

28.204

* Gegevens verstrekt door ROVA

 

 

De opbrengst van het aantal ledigingen is voor 2022 geraamd op een bedrag van € 364.000. De werkelijke opbrengst ad € 358.000 voor 2022 is € 6.000 lager dan de raming. Oorzaak hiervan is dat het werkelijke aantal ledigingen in 2022 lager is geweest dan het aantal ledigingen waarmee in de raming van de opbrengstberekening 2022 rekening is gehouden.

 

Voorziening afvalstoffenheffing  

Deze voorziening wordt ingezet om een gelijkmatige ontwikkeling van de afvalstoffenheffing te waarborgen. De  stand van deze voorziening afval  bedraagt per 31 december 2022 279.000.

Rioolheffingen

Terug naar navigatie - Rioolheffingen

De eigenaar en gebruiker van een perceel van waaruit regenwater en/of afvalwater direct of indirect wordt afgevoerd via de gemeentelijke riolering is belastingplichtig voor de rioolheffing. Voor de rioolheffing geldt eveneens als algemeen uitgangspunt dat 100% van de kosten worden gedekt. De tarieven zijn gebaseerd op de geraamde kosten, zoals die zijn opgenomen in het gemeentelijk rioleringsplan. 

 

Tubbergen heft zowel van de eigenaar als van de gebruiker van objecten, die direct of indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering. De eigenaar betaalt een vast bedrag per perceel; het tarief voor de gebruiker is gebaseerd op het waterverbruik. Incidentele over- en onderdekking wordt verrekend met een egalisatievoorziening om sterke tarieffluctuaties op te kunnen vangen. De tarieven voor het belastingjaar 2022 zijn niet verhoogd ten opzichte van 2021. 

 

Berekening kostendekkende rioolheffing (bedragen x  €1.000)

     Begroting 2022

Werkelijk 2022

Kosten taakveld(en)

1.546

1.145

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

 0

0

Netto kosten taakveld

1.546

1.145 

Toe te rekenen kosten

1.546

1.145

Overhead incl. (omslag)rente

199

202

Btw

254

254

Totale kosten

2.000

1.601 

Opbrengst rioolheffing

2.001

2.010

Dekkingspercentage*

100,0%

125,5%

*Als het dekkingspercentage hoger is dan 100% worden de overtollige middelen aan de voorziening gedoteerd

Tarieven rioolheffingen (in €)

2021

2022

Rioolheffing eigenaar

189,30

189,30

Rioolheffing eigenaar (uitsluitend hemel-/grondwater)

61,80

61,80

Rioolheffing gebruiker (tot 300 m³)

74,50

74,50

Opbrengsten rioolheffingen  (bedragen x  €1.000)

2021

2022

Raming rioolheffing eigenaren

2.002

2.001

Werkelijke opbrengst rioolheffing 

1.985

2.010

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

-/-17

+9

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

-/-17

-/-1

De bestaande voorziening gekoppeld aan het huidige GRP bedraagt per 31 december 2022 € 1.924.000.

Reclamebelasting

Terug naar navigatie - Reclamebelasting

De reclamebelasting wordt geheven van degene die de openbare aankondiging heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht. Deze reclamebelasting betreft een afgebakend gebied in het centrum van Tubbergen.

 

Met de opbrengst van deze belasting wordt het ‘Ondernemingsfonds Tubbergen’ gevoed en op deze wijze komt de opbrengst weer op indirecte wijze ten goede aan de ondernemers.

Tarieven reclamebelasting (in €)

2021

2022

Vast bedrag 1e vestiging

600

600

Vast bedrag 2e vestiging en per volgende vestiging elk

500

500

Opbrengst reclamebelasting  (bedragen x  €1.000)

2021

2022

Raming opbrengst reclamebelasting

51

54

Werkelijke opbrengst reclamebelasting

56

55

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

+5

+1

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

0

0

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Deze belasting wordt geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet in de gemeentelijke ‘Basisregistratie personen’ zijn opgenomen. De toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. De belasting vindt plaats op basis van aangifte.

 

De aangiftes worden jaarlijks steekproefsgewijs gecontroleerd. Niet alleen om de aangiftes op juistheid en volledigheid te controleren, maar ook om de exploitanten, daar waar nodig, te adviseren bij een doelmatiger opzet van de administratie, zodat het invullen van de aangifte toeristenbelasting correct, eenvoudig en snel kan geschieden. De tarieven zijn al een aantal jaren niet gewijzigd.

 

Tarieven toeristenbelasting  (prijs per persoon per nacht in €)

2021

2022

Tarief per persoon per overnachting

1,05

1,05

Tarief in eigen onderkomen op camping

0,70

0,70

Opbrengst toeristenbelasting (bedragen x  €1.000)

2021

2022

Raming toeristenbelasting 

211

201

Werkelijke opbrengst toeristenbelasting

194

 202

Verschil tussen werkelijke opbrengst en raming

-/17

+1

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

0

0

 

Toelichting toeristenbelasting 2022

De aanslagen toeristenbelasting worden eerst na afloop van het belastingjaar opgelegd, omdat deze gebaseerd wordt op het aantal overnachtingen in het belastingjaar (=kalenderjaar). Dit betekent, dat bij het opmaken van de jaarrekening een schatting moet worden gemaakt van de opbrengst. Deze schatting wordt doorgaans gebaseerd op het meest recente kohier, rekening houdend met eventueel gewijzigde omstandigheden.

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Forensenbelasting

Deze belasting wordt geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan negentig dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerd woning beschikbaar te houden. De forensenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel.

Tarieven forensenbelasting (in €)

2021

2022

Forensenbelasting ‘gehuurde grond’

105

105

Forensenbelasting op eigen grond

286

286

Opbrengst forensenbelasting  (bedragen x  €1.000)

 2021

 2022

Raming opbrengst forensenbelasting

51

51

Werkelijke opbrengst forensenbelasting

51

38*

Verschil werkelijke opbrengst en raming

0

-/- 13

Oninbare vorderingen voorgaande dienstjaren

-/-1

-/-1

 
*opbrengst forensenbelasting 2022 lager door sluiting Camping

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

Om een indruk te geven van de lastendruk ontwikkeling als gevolg van aanvaard beleid worden hierna de gevolgen voor een huishouding zonder of met een eigen woning weergegeven. Deze vergelijking is gebaseerd op de onroerendezaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Bij de berekening van de lokale woonlasten is uitgegaan van een gemiddelde woningwaarde van € 320.000 in 2021 respectievelijk € 359.000 in 2022 (+ 12,2%), conform de uitgangspunten van de Waarderingskamer.

 

 De ontwikkeling van de lokale lastendruk in de gemeente Tubbergen is als volgt:

Geen eigen woning* (in €)

2021

2022

verschil

Verschil in %

Rioolheffing (tot 300 m³ waterverbruik)

74,50

74,50

0,00

0,0 %

Afvalstoffenheffing:

a. basistarief (vast recht)

b. 4 ledigingen restafval (container 240 liter)

90,00

42,40

105,00

42,40

15,00

0,00

16,7 %

0,0 %

Totaal

206,90

221,90

15,00

 7,2 %

 

Eigen woning  (bedragen in €)

2021

2022

Verschil

In %

Ozb*

334,00

337,00

3,00

 0,9%

Rioolheffing (tot 300 m³ waterverbruik):

a. rioolheffing eigenaar

b. rioolheffing gebruiker

 

189,30

74,50

 

189,30

74,50

 

0,0

0,0

 

 0,0%

  0,0%

Afvalstoffenheffing:

a. basistarief (vast recht)

b. 4 ledigingen restafval (container 240 liter)

90,00

42,40

105,00

42,40

15,0

0,0

  16,7%

 0,0%

Totaal

730,20

748,20

18,00

2,5%

* Rekening houdend met 1,9% inflatiecorrectie + 1% verhoging als gevolg van ombuigingen.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Kwijtschelding is een van de wijzen waarop een schuld teniet gaat. Kenmerk van kwijtschelding is, dat het gaat om belastingschuldigen die niet in staat zijn anders dan met buitengewoon bezwaar de belasting te betalen. Op grond van artikel 255 van de Gemeentewet bestaat de mogelijkheid om belastingplichtigen, die een inkomen en een vermogen beneden bepaalde minimumnormen hebben, kwijtschelding te verlenen van hun belastingschuld.

 

Gemeenten beschikken hierin over een zekere mate van beleidsvrijheid. Gemeenten mogen ook zelf bepalen welke belastingsoorten in aanmerking komen voor kwijtschelding.

 

Tubbergen past kwijtschelding toe voor de volgende heffingen:

  • Afvalstoffenheffing: het basistarief
  • Rioolheffing en
  • Onroerendezaakbelastingen.

 

Aantal kwijtscheldingsverzoeken

 2021

 2022

Aanvragen: volledige afwijzing

16

20

Aanvragen: gedeeltelijke toewijzing

1

5

Aanvragen:  volledige toewijzing

123

125

Totaal

140

150

 

 

 

Kwijtscheldingsbedragen  (bedragen x  €1.000)

2021

2022

Raming kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen

22

22

Werkelijke kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen

20

19

Verschil tussen werkelijke kwijtschelding en raming

-/-2

-/-3

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicobeheersing en weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Risicobeheersing en weerstandsvermogen

Op 15 december 2020 is door de raad de Kadernota Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2021 vastgesteld. Risicomanagement omvat alles wat we doen om risico’s, kansen en onzekerheden in beeld te brengen en te beheersen. Risicomanagement moet onze organisatie in staat stellen doelstellingen optimaal te realiseren. Dit impliceert prioriteiten stellen en sommige risico’s bewust accepteren. Daartoe is het noodzakelijk gedetailleerd inzicht te hebben in alle risico’s die samenhangen met alle gemeentelijke activiteiten en processen. De uitdaging is om binnen de organisatie het risicomanagement niet alleen onbewust onderdeel van ons werkproces te laten zijn maar risico’s en kansen en de wijze waarop we daarmee om willen gaan juist ook expliciet en transparant te betrekken bij de realisatie van onze doelen als ook bij bestuurlijke besluitvorming Hierbij is een voortdurende balans tussen de systeemwereld en de leefwereld van groot belang. Hierin is de belangrijkste uitdaging binnen de organisatie dat we deze twee werelden samenbrengen in wat gemeenten doen, hoe zij dat doen en hoe ze hierin omgaan met de samenleving en de kracht van de samenleving en de inwoners benutten. Kortom: Nevenheid waar het kan, overheid waar het moet. Integraal risicomanagement kan hierin bijdragen door het in balans brengen/houden van deze twee werelden en daardoor een verbetering te bewerkstelligen in geprofessionaliseerde sturing en een verbeterde borging en bestendiging van de organisatie te creëren. Met deze kadernota zetten we een belangrijke stap in het versterken van risicomanagement, met als doel het bewust en verantwoord omgaan met risico’s door een open en transparante manier van samenwerken.

 

Integraal risicomanagement is de nieuwe manier van denken over risico’s, kansen en onzekerheden. Het doel van deze integrale aanpak is het vergroten van het risicobewustzijn van organisatie en bestuur, zodat een goede en verantwoorde balans ontstaat tussen risico’s nemen en risico’s beheersen. Het continu organiseren van aandacht voor en het gesprek over risico’s vormt de basis van deze aanpak. Door regelmatig het gesprek te voeren - zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau - over (strategische) risico’s, ontstaat een gezamenlijk beeld. Niet door te zenden, te vertellen en voor te lichten, maar door te delen, te bespreken en de dialoog aan te gaan. De risicodialoog is een open gesprek met als doel het gezamenlijk bepalen van een constructieve risico-aanpak. Het gesprek en de communicatie over risico’s is een essentieel onderdeel van integraal risicomanagement. Transparantie is hierbij het uitgangspunt.

 

Risico's kunnen financiële consequenties met zich meebrengen. De financiële gevolgen van de risico's worden periodiek tijdens de P&C-cyclus inzichtelijk gemaakt in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Naast financiële consequenties worden dan ook de impact van imagoschade en de impact op de realisatie van onze organisatiedoelstellingen gewogen.

 

Het weerstandsvermogen kunnen we bepalen door onderstaande stappen te doorlopen:

  1. Een inventarisatie van de risico’s (risicoprofiel);
  2. Benodigde weerstandscapaciteit;
  3. Beschikbare weerstandscapaciteit;
  4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit.

Risicoprofiel en weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Risicoprofiel en weerstandscapaciteit

Risicoprofiel

In onderstaande tabel worden de tien risico’s gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. 

Risico Kans Maximaal Effect
Aanpak implementatie decentralisatie (incl. Omgevingswet) 50 1.000.000 11,67
Algemene uitkering: Als gevolg van minder uitgaven door het Rijk bestaat de kans dat de omvang van het gemeentefonds naar beneden wordt bijgesteld met als gevolg dat de hoogte van de algemene uitkering voor de gemeenten lager is dan op grond van eerdere circulaires mocht worden aangenomen. Dit betekent een tegenvaller voor de gemeenten. 70 500.000 8,19
Grondbedrijf: Als gevolg van economische groei bestaat de kans op schaarste met als gevolg Kostenstijging bouw- en woonrijp maken (stijging > cbs index en voor een periode van 2 jaar) 50 500.000 5,88
Grondbedrijf: Als gevolg van onvoorziene zaken bestaat de kans op extra kosten met als gevolg Tegenvallers bouw- en woonrijp maken (b.v. bodem) 50 500.000 5,85
Datalek: Als gevolg van onjuist en onzorgvuldig handelen van medewerkers en/of systemen bestaat de kans op het weglekken of het onjuist/ongewild verspreiden van informatie aan onbevoegde partijen/individuen ( Noaberkracht werken / privacy en informatiebeveiliging), waardoor en een boete of aansprakelijkstelling volt vanuit AP. 30 810.000 5,57
Als gevolg van het verliezen van bezwaar- en beroepsprocedures inzake ruimtelijke  (bestemmings)plannen bestaat de kans op overschrijden van termijnen en budgetten waardoor de gemeente extra kosten moet maken. 40 500.000 4,54
Stijgende loonkosten (t.o.v. huidige cao) 50 250.000 3,51
Verhoogde vraag naar voorzieningen (Participatiewet) 90 150.000 3,15
Doeluitkeringen/Subsidieverstrekkingen (Opzet): Het risico dat subsidievoorwaarden niet worden nageleefd en/of subsidies  onrechtmatig  worden gedeclareerd. 50 250.000 2,96
Kunstobjecten: Als gevolg van onvolledige en niet-actueel registratie van bezittingen/kunstobjecten bestaat de kans dat op onrechtmatige wijze bezittingen/kunstobjecten aan de gemeente worden onttrokken of op onrechtmatige wijze gebruik worden gemaakt van bezittingen, met als gevolg dat wij onvolledig zijn verzekerd voor mogelijke schade 10 1.000.000 2,32

 

Benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van de ingevoerde risico’s is een risicosimulatie uitgevoerd (Monte Carlo). Hieruit volgt dat 90% zeker is dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 2,9 miljoen (benodigde weerstandscapaciteit).

 

Beschikbare weerstandscapaciteit 

Beschikbare  weerstandscapaciteit (x  €1.000)

Weerstand

Capaciteit

 

2022

Algemene reserve

€ 4.005

Totale weerstandscapaciteit

€ 4.005

 

Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

 Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.


 

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

 

Ratio weerstandsvermogen

 

=

beschikbare weerstandscapaciteit

 

=

€ 4.005.000

 

=

 

1,35

benodigde weerstandscapaciteit

€ 2.965.000

 

De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio.

Weerstandsnorm
Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2.0 uitstekend
B 1.4 - 2.0 ruim voldoende
C 1.0 - 1.4 voldoende
D 0.8 - 1.0 matig
E 0.6 - 0.8 onvoldoende
F < 0.6 ruim onvoldoende

Het ratio valt dan in klasse C. Dit duidt op een voldoende weerstandsvermogen. De confrontatie  met de door de gemeenteraad vastgestelde ratio van 1,5 en de gevolgen daarvan betrekken we bij het opstellen van de perspectiefnota 2024 (inclusief eerste financiële rapportage 2023). 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Om de financiële positie van de gemeente in beeld te brengen, stelt de gemeente Tubbergen jaarlijks een balans en een overzicht van de exploitatie in baten en lasten op. Maar voor een goed oordeel over deze financiële positie zijn aanvullende kengetallen nodig. Deze kengetallen bieden ondersteuning bij de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad. Bovendien kan met deze kengetallen de gemeente Tubbergen goed worden vergeleken met andere gemeenten. Eén afzonderlijk kengetal zegt niet alles en moet altijd in relatie worden gezien met andere kengetallen.

 

We onderscheiden 5 kengetallen:

1a. netto schuldquote

1b. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

2. solvabiliteitsratio

3. grondexploitatie

4. structurele exploitatieruimte

5. belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden

 

1a. Netto schuldquote

Dit kengetal zegt het meest over de financiële vermogenspositie van de gemeente. Hoe hoger de schuld, hoe meer kapitaallasten (rente en aflossing) er zijn. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossing op de exploitatie.

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Vaste schulden

3.251 2.792 7.792

B

Netto vlottende schuld

1.803 4.306 2.163

C

Overlopende passiva

4.263 1.299 4.274

D

Financiële activa

2.398 1.406 2.384

E

Uitzettingen < 1 jaar

9.298 12.387 11.207

F

Liquide middelen

211 235 209

G

Overlopende activa

18 359 2.383

H

Totale baten

50.713 43.761 55.742

 

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%

-5.1 -13,7 -3,5

 

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Zie netto schuldquote, maar dan gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden.

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Vaste schulden

3.251 2.792 7.792

B

Netto vlottende schuld

1.803 4.306 2.163

C

Overlopende passiva

4.263 1.299 4.274

D

Financiële activa

775 773 775

E

Uitzettingen < 1 jaar

9.298 12.387 11.207

F

Liquide middelen

211 235 209

G

Overlopende activa

18 359 2.383

H

Totale baten

50.713 43.761 55.742

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%

-1.9 -12,2 -0,6

 

2. Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hieronder wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen. Hoe hoger het aandeel, hoe gezonder de gemeente.

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Eigen vermogen

28.543 21.606 29.580

B

Balanstotaal

43.366 61.775 48.497

 

Solvabiliteit (A/B) x 100%

67,4 35,0 61,0

 

3. Grondexploitatie

Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Deze boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.

 

 

(bedragen x 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Niet in exploitatie genomen bouwgronden

0 0 0

B

Bouwgronden in exploitatie

-20 6900 -575

C

Totale baten

50.713 43.761 55.742

 

Grondexploitatie (A+B)/C x 100%

0,0 1,6 -1,0

4. Structurele exploitatieruimte

Het financiële kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de (structurele) vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft het ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen, dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid.

 

(bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Totale structurele lasten

43.890 38.589 47.543

B

Totale structurele baten

44.264 39.892 50.362

C

Totale structurele toevoegingen aan de reserves

0 0 0

D

Totale structurele onttrekkingen aan de reserves

34 134 74

E

Totale baten

50.713 43.761 55.742

 

Structurele exploitatieruimte (B-A)+(D-C)/E x 100%

0,8 3,3 5,2

 

5. Belastingcapaciteit

Dit kengetal geeft de ruimte weer die de gemeente Tubbergen heeft om zijn belastingen te verhogen. De ozb is voor gemeenten de belangrijkste eigen belastinginkomst. Een hoog tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde geeft aan in hoeverre de gemeente al gebruikt heeft moeten maken van deze optie.

 

(bedragen in €)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022

Jaarrekening 2022

A

Ozb-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

Ozb-lasten voor een gezin bij gemiddelde WOZ-waarde van een woning in de gemeente Tubbergen (uitgangspunt COELO-atlas)

334 321 337

B

Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

264 264 264

C

Afvalstoffenheffing voor een gezin

132 147 147

D

Eventuele heffingskorting

n.v.t. n.v.t. n.v.t.

E

Totale woonlasten (A+B+C+D)

730 732 748

F

Woonlasten landelijk gemiddelde

811 811 893

 

Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde (E/F) x 100%

90% 90% 84%

Totaal tabel kengetal en uitkomst

Terug naar navigatie - Totaal tabel kengetal en uitkomst

Op basis van onderstaand overzicht blijkt dat qua signaleringswaarden van onze kengetallen in de categorie “minst
risicovol” zit.

Kengetal JRK 2021 Beg. 2022 JRK 2022 Minst Neutraal Meest
risicovol risicovol
Netto schuldquote -5,1 -13,3 -3,5 <90 90 - 130 >120
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen -1,9 -11,6 -0,6 <90 90 - 130 >130
Sovabiliteit 67,4 39,8 61,0 >50 20 - 50 <20
Grondexploitatie -0,0 0,3 -1,0 <20 20 - 35 >35
Structurele exploitatieruimte 0,8 3,3 5,2 >0 0 <0
Belastingcapaciteit 90,0% n.n.b. 84,0% <95 95 - 105 >105

Onderhoud kapitaalgoederen

Kaders en cijfers

Terug naar navigatie - Kaders en cijfers

Kaders

Wettelijk

De relevante wettelijke kaders zijn:

  • Gemeentewet: Waarin door de gemeenteraad is vastgelegd welke regels voor de waardering en afschrijving van activa gelden. De in artikel 212 Gemeentewet bedoelde verordening is de ‘Financiële verordening gemeente Tubbergen (2017)’.
  • Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV): Op grond van artikel 12 moeten de kapitaalgoederen wegen, riolering, water, groen en gebouwen in deze paragraaf aan de orde komen.
  • Burgerlijk Wetboek: Waarin opgenomen de gemeentelijke taak als ‘goed wegbeheerder’ om te zorgen dat het gebruik van de weg geen risico oplevert voor de weggebruiker (wettelijke aansprakelijkheid).
  • Wet Milieubeheer: Waaruit de verplichting tot het opstellen van een Gemeentelijk Riolerings-plan is voortgekomen.

 

Algemeen financieel

De kosten van het reguliere en ‘groot’ onderhoud van de kapitaalgoederen wegen (inclusief bruggen en duikers), groen en gebouwen zijn in het algemeen gedekt via structurele onderhoudsmiddelen in de begroting. Vervangingsinvesteringen en onderhoudskosten met betrekking tot de riolering worden gedekt via de rioolheffing. Grotere vervangingsinvesteringen voor kapitaalgoederen, uitgezonderd rioleringen, nemen we in het algemeen als incidentele investeringen op in de begroting. De raad stelt de incidentele vervangingsinvesteringen vast. Voor gebouwen worden de kosten voor het groot onderhoud door de raad beschikbaar gesteld uit de voorziening ‘Planmatig onderhoud gebouwen’.

 

Algemeen technisch/inhoudelijk

Voor het beheer van wegen en groen wordt de (beeld)Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van CROW (de onafhankelijke kennisorganisatie voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer en werk en veiligheid) toegepast. Bij het onderdeel Beleid & beheer gaan we hier nader op in.

 

In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP 2019-2024) zijn de kaders en verplichtingen aangegeven voor riolering en water. In het GRP is vastgelegd hoe we verbeteringsmaatregelen op het rioolsysteem toepassen en hoe we onderhoud uitvoeren. Het GRP is door de raad vastgesteld. Voor het beheer van gebouwen is een MOP (meerjaren onderhoudsprogramma) vastgesteld, waarin de onderhoudsniveaus zijn aangegeven.

 

Kerncijfers

Voor de onderscheiden kapitaalgoederen zijn in de tabel hieronder de kencijfers vermeld:

 

Aspect

Binnen de kom

Buiten de kom

Wegen

Weglengte totaal

110 / 90 km

434 / 385 km

 

Oppervlakte elementenverharding

58,1 ha

13,4 ha

 

Oppervlakte asfaltverharding

20,8 ha

70.5 ha

 

Oppervlakte betonverharding

1.4 ha

38.4 ha

 

Oppervlakte overige

1.5 / 0.5 ha

40.9 / 53.9 ha

 

Aantal bruggen

8 st

30 st

 

Aantal duikers

5 st

1090 st

Riolering

Gemengde hoofdriolering

70 km.

 

(verbeterd) Gescheiden stelsel hoofdriolering

40 km.

 

Kolken

6.650

 

Pompunits drukriolering buitengebied

424

 

Drukriolering buitengebied

150 km.

 

Rioolgemalen

42

 

Persleidingen

6 km.

 

IT riolen

10 km.

 

Wadi’s

35

 

Bergbezinkbassins

12

 

Externe overstorten

22

 

Interne overstorten, stuwputten, wervelventielen, etc.

16

Groen

Beplantingsoppervlakte (natuurlijk)

7 ha

0.5ha

 

Beplantingsoppervlakte (in cultuur)

8 ha

0.2 ha

 

Oppervlakte gazon

30 ha

1.6 ha

 

Aantal bomen

5.031 st

9.137 st

Gebouwen

Schoolgebouwen

13.796 m²

 

Sportaccommodaties

5.770 m²

 

Maatschappelijk/culturele functies

2.674 m²

 

Monumenten

266 m²

 

Eigen bedrijfsvoering

3.935m²

Beleid en beheer

Terug naar navigatie - Beleid en beheer

Algemeen

Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte is vastgesteld in het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR). Dit plan, dat uitgaat van de systematiek om te werken volgens zogeheten beeldkwaliteit, is door de raad vastgesteld in 2010.

 

Voor het beheer van de wegen en het groen gebruiken we de (beeld)Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van CROW. In de catalogus is met foto’s aangegeven wat de relatie is tussen beeldkwaliteit (foto) en het onderhoudsniveau (A, B, etc.). De raad heeft daarmee vastgesteld op welk niveau de verschillende kapitaalgoederen c.q. delen van de openbare ruimte worden onderhouden. Daarbij is desgewenst voor de onderscheiden gebiedstypen (binnen of buiten de kom; hotspots) per beheergroep/kapitaalgoed het onderhoudsniveau vastgelegd.

 

Hulpmiddel bij het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen zijn de beheersystemen (GBI) en de koppeling die per 1 januari 2016 wordt gemaakt tussen de beheersystemen en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Door het integrale karakter van het systeem is het een sterk instrument voor het opstellen van beleid voor de openbare ruimte. Zo kunnen we optimaal met kosten omgaan.

 

De gemeente is verantwoordelijk voor het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen die het in eigendom heeft. Het dagelijks- en klein onderhoud wordt in veel gevallen uitgevoerd door de huurder conform overeengekomen huurcontracten. Voor de schoolgebouwen geldt een uitzondering. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het onderhoud van schoolgebouwen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Het dagelijks- en klein onderhoud van de gebouwen voor de eigen bedrijfsvoering komt voor rekening van Noaberkracht. 

 

Wegen

Voor het beheer van de wegen gebruiken we de (beeld)Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van CROW en de systematiek Rationeel wegbeheer. Jaarlijks beoordelen we de wegen in kwalitatieve zin met een visuele inspectie. Op basis van de resultaten uit de visuele inspecties, en de gewenste kwaliteitsniveaus worden onderhoudsmaatregelen bepaald.

 

Om onderhoudsmaatregelen te prioriteren zijn de arealen onderverdeeld in structuurelementen. Dat zijn wegvakken met een min of meer vergelijkbare gebruiksfunctie. Als structuurelement zijn gebruikt de categorieën Hoofdweg, Buitengebied, Woongebied, Bedrijventerrein en Centrum. Binnen de categorie buitengebied is onderverdeling gemaakt in klassen Standaard, Fietsroute en Extensief (wegen van laagste orde). Binnen Centra is ook de categorie Hot-Spot onderscheiden.

 

Ook is een onderscheid gemaakt naar de aard van de verharding. Gesloten verhardingen als asfalt of beton vergen een geheel andere wijze van onderhoud dan elementenverhardingen en worden daarom afzonderlijk benaderd. Daarnaast is een onderscheid gemaakt naar verhardingsfunctie (rijbaan, fietspad, voetpad en overige (inritten, parkeervakken etc.). Door gebruik te maken van de genoemde indelingen wordt de mogelijkheid geboden om gedifferentieerd om te gaan met kwaliteit voor de verschillende categorieën.

 

Het kwaliteitsniveau is aangeduid tussen niveau A (goed) en D (slecht). In 2016 hebben we een meerjaren onderhoudsprogramma voor de kapitaalgoederen wegen en kunstwerken vastgesteld. Daarbij is vastgesteld dat we het wegenonderhoud gedifferentieerd gaan uitvoeren op basis van de reeds vermelde functionele indeling van wegen. Daarbij is vastgesteld de hieronder staande kwaliteit te gaan hanteren.

 

Gewenste

kwaliteit

Bedrijventerrein

Buitengebied

Buitengebied

Extensief

Fietspaden/

recreatief

Centra

Hotspot

Hoofdweg

Woongebied

Asfalt

Rijbanen

C

C

C

C

 

 

C

C

Fietspad

 

 

 

C

 

 

C

C

Voetpaden

 

 

 

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

 

C

C

Beton

Alle

C

C

C

C

 

 

C

C

Elementen

Rijbanen

C

C

C

C

B

B

C

C

Fietspad

 

 

 

 

 

 

C

 

Voetpaden

C

 

 

C

B

B

C

B

Overige

C

C

C

C

B

 

C

C

 

Kwaliteitsniveau

 

A

B

C

D

Asfalt/beton

Aanzien/uitstraling

Hoog

Standaard

Sober

Verloedering

Kapitaalvernietiging

Matig

Nihil

Groot

Zeer groot

Beheerbaarheid

Voldoende

Goed

Matig

Slecht

Veiligheid/Aansprakelijkheid

Veilig

Grotendeels veilig

Beperkt Veilig

Onveilig

Hinder/Overlast

Nauwelijks

Incidenteel

Regelmatig

Constant

Elementen

Aanzien/uitstraling

Hoog

Standaard

Sober

Verloedering

Kapitaalvernietiging

Matig

Nihil

Matig

Groot

Beheerbaarheid

Voldoende

Goed

Matig

Slecht

Veiligheid/Aansprakelijkheid

Veilig

Grotendeels veilig

Beperkt Veilig

Heel onveilig

Hinder/Overlast

Nauwelijks

Incidenteel

Regelmatig

Constant

Bij de keuze voor deze kwaliteitsniveaus horen de effecten zoals weergegeven in bovenstaande tabel.

 

Het meerjaren onderhoudsprogramma betreft ook de civiele kunstwerken. We hebben in dat programma vastgelegd dat we voor de bruggen en duikers een beheer- en monitoringsprogramma gaan toepassen voor het gepland onderhoud. Vastgelegd is dat we ook hier het basisniveau “C” gaan hanteren. Op basis van inspecties van de kunstwerken zal een onderhouds- en vervangingsprogramma worden opgesteld. We richten ons daarbij in eerste instantie op monitoring aangezien we op dit moment geen actueel beeld van de kwaliteit hebben. Zodra de resultaten vanuit het inspectie/ en monitorings-programma bekend worden zal indien noodzakelijk de hoogte van dit bedrag opnieuw worden bezien.

 

Openbare verlichting

Het beleidsplan ‘Verlichten openbare ruimte’ is in 2011 opgesteld en hierin zijn de uitgangspunten en keuzes voor het beleid beschreven. Sociale veiligheid en verkeersveiligheid spelen daarbij een rol en ook houden we rekening met milieuaspecten, lichthinder en lichtvervuiling. Bij vervanging toetsen we aan het beleidsplan; dat geldt uiteraard ook voor nieuwe voorzieningen.

 

Het onderhoud van de openbare verlichting is geregeld via een meerjaren onderhoudsbestek met in totaal zeven gemeenten. In totaal worden ca. 3890 lichtpunten onderhouden. Grootschalig onderhoud en vervanging pakken we bij voorkeur planmatig aan als onderdeel van een groter renovatieproject.

 

Energiebesparing en duurzaamheidsdoelstellingen behalen we door vervanging van de huidige verlichting door LED verlichting. LED verlichting is binnen het ideaal doel ‘Bestendigen’ binnen het thema Mobiliteit & Bestendigheid behandeld. Inmiddels is ruim 75% van de armnaturen uitgevoerd in LED.

 

Riolering

In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP 2019-2024) zijn de kaders en het beleid vastgelegd voor het onderhoud en vervanging van de riolering, maar ook voor verbeteringsmaatregelen. Jaarlijks inspecteren we de riolering. De kwaliteit van de riolering bepalen we met analyse van video-inspecties, waarbij inspectiecatalogus NEN3399 wordt gebruikt. Kwaliteitskwalificaties lopen uiteen van ‘uitstekend’ tot ‘zeer slecht’. Strengen met de kwalificatie ‘slecht’ en ‘zeer slecht’ komen voor reparatie of vervanging in aanmerking. De keuze van de toe te passen onderhoudsmaatregel is afhankelijk van omgevingsfactoren en de eventuele afstemming met andere werkzaamheden.

 

Naast de periodieke (onderhouds)inspecties monitoren we dagelijks monitoring het rioolsysteem met een hoofdpost. Via online monitoring worden storingen en calamiteiten automatisch gemeld.

 

Groen

De kwaliteit van groenvoorzieningen wordt primair bepaald op basis van beeldkwaliteit. Hiervoor gebruiken we ook de (beeld)kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van CROW, maar dan vooral om vast te leggen volgens welk kwaliteitsniveau we het groen moeten onderhouden. Hiermee is de basis gelegd voor het onderhoudsbestek. Maandelijks monitoren we steekproefsgewijs de kwaliteit van het groenareaal. Bij goed onderhoud van het groenareaal treedt geen kapitaalvernietiging op. Cultuurbeplanting heeft een eindige levensduur en zal dan door middel van cyclisch vervangen weer op peil worden gebracht.

 

Afhankelijk van de locatie zijn minimale beeldkwaliteitsniveaus vastgesteld door de raad. In het algemeen is kwaliteitsniveau C het gewenst niveau. Bij ‘hotspots’ geldt het hogere kwaliteitsniveau A.

 

Voor bomen voeren we naast beeldkwaliteit ook een wettelijke veiligheidsinspectie uit (Visual Tree Assessment). Daarbij bepalen we op grond van het risicoprofiel welke inspectiefrequentie nodig is en welke eventuele onderhoudsmaatregelen nodig zijn.

 

Gebouwen

Het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is opgenomen in het door de raad vastgestelde meerjarenonderhoudsplan 2022-2026. Het meerjarenonderhoudsplan is opgesteld conform de systematiek van de NEN 2767 normering (conditiemeting). Conditiescore 1 representeert de nieuwbouwstaat en conditiescore 6 de slechts aan te treffen conditie waarbij het verval onomkeerbaar is. De gemeentelijke gebouwen worden grotendeels in stand gehouden op basis van conditiescore 3. Wij hebben het voornemen om het meerjarenonderhoudsplan iedere vier jaar te actualiseren. 

 

Onderhoudsplannen

Voor de onderscheiden kapitaalgoederen zijn onderhoudsplannen opgesteld, waarin is aangegeven op welk kwaliteitsniveau het kapitaalgoed wordt onderhouden. Goede onderhoudsplannen en de consequente uitvoering ervan zijn noodzakelijk. Door het onderhoud volgens planvorming uit te voeren kunnen we, vooral bij wegen, aansprakelijkheidsstellingen tot een minimum beperken.

 

Afstemming

Jaarlijks stemmen we de onderhoudsplannen voor wegen, riolering en groen op elkaar af. Soms is het mogelijk om het onderhoud in technische en/of financiële zin te combineren. Dat heeft de voorkeur wanneer we daarmee ook de effecten voor de omgeving of de samenleving positief beïnvloeden.

 

Beleidsplannen in ontwikkeling

De beleidsnota onderhoud kapitaalgoederen is wat betreft de arealen wegen en kunstwerken in 2016 vastgesteld. De ontwikkelingen op deze arealen worden permanent gemonitord en waar mogelijk doorvertaald naar het geplande onderhoud.

Kwaliteit en financieel

Terug naar navigatie - Kwaliteit en financieel

Kwaliteit

Wegen

In 2022 is onderhoud uitgevoerd aan verschillende wegen in onze gemeente. De werkzaamheden zijn ingepland op basis van de inspectieresultaten. Groot asfalt onderhoud is onder meer uitgevoerd aan Denekamperweg (Tubbergen), Vleerboersweg (Albergen). Daarnaast op meerdere plaatsen kleinschaliger onderhoud uitgevoerd. Onderhoud aan elementenverharding is uitgevoerd aan rijnbanen en trottoirs op diverse locaties verspreid over de gemeente.

 

Bij de vaststelling van MJOP in 2016 is gekozen om wegenonderhoud uit te voeren op basis van door raad vastgestelde kwaliteitsniveaus. Uit analyses van de weginspecties blijkt dat het afgesproken niveau wordt bereikt. 

 

Bruggen

In 2022 zijn we gestart met een actualisatie van inspectie op basis van NEN systematiek. Met de resultaten van de inspecties kan worden bezien in hoeverre de gemeentelijke kunstwerken nog voldoen en welke maatregelen noodzakelijk zijn. De verwachting is dat op basis van de nieuwe inspectieresultaten de komende jaren onderhoud noodzakelijk zal zijn.

 

Openbare verlichting

Regulier onderhoud is uitgevoerd aan de openbare verlichting op basis van inspecties en meldingen. Projectmatig is in 2022 gewerkt aan verlichting in onder andere Tubbergen rond de Vondelstraat en rond de Eendracht/ Pastoor Bloemenstraat. 

 

Rioleringen

In 2022 heeft rioolvervanging plaatsgevonden in de Oranjebuurt in Tubbergen Er is ruim twaalf km riolering gereinigd en geïnspecteerd in de kernen Vasse, Reutum en Fleringen. We zijn gestart met de uitvoering van projecten voor rioolvervanging in Vasse (Denekamperstraat, Manderseweg). Gelijktijdig met de rioolvervanging is er een regenwaterriool aangelegd. Naar aanleiding van bewonersvragen uit info-avonden zijn de plannen uitgebreid met extra werkzaamheden in de Denekamperweg in combinatie met wegenonderhoud. 

 

Groen

In 2020 is het Kwaliteitsplan Openbaar Groen vastgesteld (KOG). Op basis van dat plan en het daarbij horende uitvoeringsprogramma zal de komende jaren worden gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen in onze gemeente. In 2022 zijn in kader van het KOG werkzaamheden uitgevoerd o.a. aan de Schildhuisstraat in Tubbergen en  de Klumperstraat in Reutum.

Er zijn overeenkomsten gesloten voor diverse participatieprojecten, waarbij onderhoud aan de openbare ruimte wordt overgedragen aan bewoners. Dit is gebeurd in Tubbergen aan de Montestraat,  daarnaast is de voorbereiding gestart voor de inclusieve speeltuin op het Binnenveld. Dit is het eerste project dat deels wordt gefinancierd met geld uit het leefbaarheidsfonds.

Met ingang van 2021 wordt het regulier verzorgend onderhoud aan de groenvoorziening niet meer uitgevoerd door Soweco. De uitvoerende medewerkers zijn ondergebracht binnen de Stichting Participatie Noaberkracht. De uitvoering wordt aangestuurd vanuit de buitendienst van Noaberkracht. Door middel van periodieke inspecties (schouwen) wordt steekproefsgewijs de kwaliteit van de geleverde werkzaamheden beoordeeld. In onderstaande grafiek is per functioneel onderdeel) de totaalindruk in beeldkwaliteit weergegeven. De totaalindruk is uitgesplitst naar de onderdelen verzorging, verharding, meubilair en groen. Uit de grafiek is af te lezen dat de door raad vastgestelde beeldkwaliteit ruimschoots wordt bereikt.

 

 Resultaten schouwen 2022 samenvatting

 

Gebouwen

Om de kwaliteit van de gemeentelijke gebouwen te bepalen wordt gebruik gemaakt van de NEN 2767. NEN 2767 is een norm om de technische kwaliteit van bouw- en installatiedelen van gebouwen op een objectieve en eenduidige manier te bepalen en wordt gebruikt voor conditiemetingen die als doel hebben meer inzicht krijgen in de bouw- en technische staat van gebouwen. Door gebruik te maken van conditiescores kan makkelijk de staat van de gemeentelijke gebouwen worden vastgesteld. Dit biedt inzicht in de onderhoudskosten en mogelijke risico's en biedt input voor het opstellen van de meerjarenonderhoudsplanning. Het in 2021 door de raad vastgestelde MJOP 2022-2026 is opgesteld met inachtneming van deze conditiemetingen en de conditiescores die wij voor de verschillende gebouwen ambiëren (het ambitieniveau). 

 

Financieel

Structurele financiële onderhoudsgelden gebruiken we in beginsel voor het reguliere en ‘groot’ onderhoud voor wegen en groen. Onderhouds- en vervangingsinvesteringen voor riolering dekken we uit het rioolfonds. Als gevolg van afstemming van onderhouds- of vervangingsmaatregelen is het mogelijk om structurele onderhoudsgelden aan te vullen met incidentele middelen op grond van investeringen of met middelen uit de rioolheffing. Ook andere interne en externe bronnen van financiering zijn mogelijk, bijvoorbeeld middelen uit de reserves of bijdragen van externe partijen.

 

Wegen

Het regulier onderhoud wordt aangepakt, zoals wordt aangegeven door het meerjaren onderhouds programma, die jaarlijks wordt geactualiseerd. Binnen dit programma wordt eveneens rekening gehouden met een percentage  voor onvoorziene omstandigheden en tegenvallers. De reserve 'wegen en kunstwerken' is bedoeld om planmatig groot onderhoud gelijkmatig over de begrotingsjaren te verdelen.

 

Bruggen

We zijn  gestart met een nieuwe ronde inspecties van allen gemeentelijke bruggen volgens NEN systematiek.  De resultaten zullen in 2023 beschikbaar komen.  Op basis van deze inspecties zal een maatregelpakket worden uitgewerkt wat zal resulteren in een meerjarenprogramma voor onderhoud.

 

Rioleringen

Er wordt gestreefd naar 100% dekking van de rioleringstaken vanuit de rioolheffing. Investeringen in de riolering voor verbeteringsmaatregelen en rioolvervanging moeten volgens de regels van de BBV worden geactiveerd en langjarig afgeschreven. Dit is vastgelegd in het GRP 2019-2024.

 

Gebouwen

Voor het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is de reserve Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen gevormd. Jaarlijks wordt de voorziening aangevuld om te kunnen blijven voorzien in groot onderhoud zodat gemeentelijke gebouwen blijven voldoen aan het gewenste kwaliteitsniveau. De jaarlijkse dotatie van € 133.066 (peildatum 2022) voor de periode 2022-2026 is vastgesteld door de raad en gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan die samen met een deskundige op het gebied van huisvesting is opgesteld. De vastgestelde dotatie wordt jaarlijks geïndexeerd.

 

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Algemeen

De wet financiering decentrale overheden (fido) bevordert een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Het doel hiervan is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten. De wet kent een onderscheid tussen regels voor korte financiering (kasgeldlimiet) en regels voor lange financiering (renterisiconorm). Het onderscheid is gelegd bij één jaar.

 

Kasgeldlimiet en korte financiering

De kasgeldlimiet heeft als doel de financiële gevolgen van schommelingen in de rente op korte leningen (< 1 jaar) te beheersen. De limiet is bepaald op 8,5% van de totale begroting.

 

Een kasgeldlimiet van € 3,9 miljoen betekent dat Tubbergen in 2022 tot een bedrag van € 3,9 miljoen met kort geld ( looptijd < 1 jaar) mocht financieren.

Kasgeldlimiet

(bedragen x €1 mln)

Begrotingstotaal 2022

 46,0

Vastgesteld percentage

         8,50%

Kasgeldlimiet

3,9

 

Renterisiconorm en lange financiering

De renterisiconorm is een instrument voor de beheersing van het risico van een rentewijziging. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Er mag dus maar 1/5e deel van de totale begroting aan rentegevoeligheid onderhevig zijn.

Renterisiconorm

(bedragen x €1 mln)

Begrotingstotaal 2022

46,0

Vastgesteld percentage

       20%

Renterisiconorm

   9,2

Renterisico: herfinanciering + renteherziening

                     0,4

Ruimte

         8,8

 

In 2022 wordt geen renterisico gelopen volgens de renterisiconorm.

 

Leningen

Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de geldleningen in 2022:

Leningen (opgenomen)

(bedragen x €1 mln)

Beginstand per 1 januari 2022

3,2

Bij:

nieuwe leningen t.b.v. investeringen

               5,0

Af:

reguliere aflossingen

                   0,4

 

vervroegde aflossingen

                    0,0

Eindstand per 31 december 2022

7,8

 

Algemene ontwikkelingen

 Geldleningen

In 2022 hebben geen rente herzieningen plaatsgevonden. De reguliere aflossingen in 2022 zijn € 0,4 miljoen en de rentelasten € 28.000.

 

Rentevisie, liquiditeit en schatkistbankieren

De gemeente Tubbergen heeft gekozen voor spreiding in de financieringsmogelijkheden.  Door een actuele liquiditeitsplanning kan worden ingespeeld op eventuele tekorten of overschotten in de toekomst. Zo wordt door het aantrekken van langlopende geldleningen ingespeeld op eventuele liquiditeitstekorten voor de lange termijn. 

Rente: 1-maands euribor

Het 1-maands euribor rentetarief is in 2022 is  van een negatief percentage naar een positief percentage gestegen. Per 1 januari 2022 bedroeg het percentage -0,576%. Eind december was dit percentage 1,883%. 

Eventuele liquiditeitsoverschotten worden als gevolg van schatkistbankieren automatisch afgeroomd naar onze bankrekening bij het Ministerie.

 

EMU Saldo

Het EMU saldo is in grote lijnen het exploitatiesaldo voor bestemming plus de afschrijvingen min de investeringen over een bepaald jaar. Voor 2022 is het EMU saldo  € 1,9 mln.   

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Algemeen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is, of waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. Het aangaan van banden met verbonden derde partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Het is een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren.

 

Op 25 februari 2019 heeft uw raad het Beleidskader verbonden partijen 2019 vastgesteld en kennisgenomen van de door ons college vastgestelde Spelregels bestuur en toezicht verbonden partijen. In het beleidskader zijn de volgende punten verder uitgewerkt:

  1. Afwegingskader deelname verbonden partijen
  2. Bestuurlijke rollen (eigenaar en opdrachtgever)
  3. Toezicht op verbonden partijen
  4. Informatievoorziening aan de raad

 

Door het vaststellen van het Beleidskader verbonden partijen 2019 beschikt de gemeente over een afwegingskader voor toekomstige besluitvorming over toe- en uittreden bij verbonden partijen. Daarnaast geeft dit beleidskader aan hoe de gemeente grip op verbonden partijen wil vormgeven en welke rollen de gemeente daarbij heeft.

 

Deze paragraaf is om twee redenen voor u van belang. Op de eerste plaats voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe zelf ook kan doen. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Er blijft dus voor u nog steeds een kader stellende en controlerende taak over bij die programma’s. De tweede reden betreft de kosten - het budgettaire beslag- en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen.

 

De verbonden partijen van de gemeente Tubbergen ziet u hieronder.

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan in 2021?

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Recreatieschap Twente

Per 1 januari 2022 is de bedrijfsvoeringsorganisatie Recreatieschap Twente ontstaan als zelfstandige organisatie. Hiervoor maakte het recreatieschap nog deel uit van de Regio Twente. Het recreatieschap heeft ten doel het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van recreatieve voorzieningen in Twente. De belangrijkste taken bestaan uit het beheer en onderhoud van een aantal recreatieve routes en van een drietal recreatieparken (Het Rutbeek in Enschede, Het Hulsbeek in Oldenzaal en Het Lageveld in Wierden).

 

Centrumregeling Beschermd Wonen

Deze regeling heeft tot doel om de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen op het gebied van Beschermd Wonen zoals bedoeld in de Wmo 2015. De uitvoering is belegd bij centrumgemeente Almelo en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO).  De DVO is in werking getreden per 1 januari 2022. De financiële bepalingen zullen pas in 2024 in werking treden.

 

Regionaal Energiebedrijf Noord Oost Twente

Op 15 februari 2022 heeft de gemeenteraad besloten om in te stemmen met de oprichting van een Regionaal Energiebedrijf Noord Oost Twente samen met andere gemeenten en een aantal Lokale Energie Initiatieven (LEI's). Ook de gemeenten Dinkelland en Losser hebben dit besluit genomen. 

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

 

Inleiding
De oververhitte woningmarkt uit 2021 heeft in de eerste helft van 2022 nog een vervolg gekregen. Door het uitbreken van een oorlog en fors stijgende prijzen voor energie, bouwmaterialen en levensmiddelen is de inflatie verder opgelopen.
Door de hoge inflatie is de rente in de tweede helft van 2022 met enkele procentpunten gestegen. Daardoor ontstond eind 2022 een voorzichtige afvlakking van de vraag naar woningen. Vooral de betaalbaarheid van een nieuwbouwwoning, door de gestegen bouwkosten en een verdubbeling van de hypotheekrente, is verder afgenomen. 

In deze paragraaf treft u de stand van zaken en de voortgang van de verschillende grondexploitaties over het jaar 2022 aan. De belangrijkste ontwikkelingen in 2022:

  1. De verkoop van 23 gemeentelijke woningbouwkavels.
  2. Het verwerven van een grondpositie in Reutum en Geesteren.
  3. Het instellen van grondcomplexen en de vaststelling van de grondexploitaties Plan Kampboer (Geesteren), School Manderveen en Bessentuin fase 3 (Manderveen).
  4. Start van de gronduitgifte De Wirnte (Langeveen) en De Scholt 3 (Fleringen).

Grondbeleid
De Raad heeft op 13 juli 2016 de Nota Grondbeleid vastgesteld:

  • Conform het provinciaal beleid mag Tubbergen bouwen voor lokale (eigen) behoefte en zijn definitieve afspraken gemaakt over een verschuiving van uitbreiding naar inbreiding.
  • In het kader van de prestatieafspraken met de Provincie Overijssel zijn afspraken gemaakt over het aantal woningen dat Tubbergen tot 2026 mag realiseren.
  • Het grondbeleid is ondersteunend aan de behoeftes uit de prestatieafspraken op de terreinen van volkshuisvesting en bedrijventerreinen.
  • Het grondbeleid van de gemeente is een instrument om (ruimtelijke) doelstellingen te bereiken. De nota Grondbeleid is een kader, waarmee sturing wordt gegeven aan de beleidsdoelstellingen volkshuisvesting, ruimtelijke ontwikkeling en economie.

De complexen in 2022

Bouw- en woonrijp maken

De complexen zijn doorgerekend op basis van kostenramingen bouw- en woonrijp maken van de afdeling Openbare Ruimte op prijsniveau 2023.
Inflatie: De ramingen bouw- en woonrijp maken zijn voor 2023 geïndexeerd op basis van een gemiddelde cbs index voor de gww sector van ruim 13%, voor na 2023 wordt een stijging van 3% aangehouden.

Opbrengsten

De bouwcapaciteit in de grondcomplexen (aantallen kavels en/of te bouwen woningen) zijn overeenkomstig de woonvisie. De nog te verkopen bouwkavels zijn doorgerekend met de grondprijzen uit de grondprijsbrief 2023. In het kader van het voorzichtigheidsprincipe zijn de opbrengsten niet geïndexeerd.

Winstnemingen

De winstnemingen zijn tot stand gekomen op basis van de verplichte poc methode uit het Besluit Begroting en Verantwoording (afgekort BBV) Dit betreft de verhouding reeds gerealiseerde kosten ten opzichte van de totaal te verwachten en gerealiseerde kosten enerzijds en de verhouding reeds gerealiseerde opbrengsten ten opzichte van de totaal te verwachten en gerealiseerde opbrengsten. Dit percentage mag van het te verwachten eindresultaat als winst worden genomen.

Overzicht van de complexen in 2022

A. Woningcomplexen

  1. De Marke (Tubbergen): De grondexploitatie is reeds in 2021 afgesloten. De voorziening dient alsnog in 2022 vrij te vallen.
  2. Hutten 2 (Geesteren): De laatste 11 kavels zijn verkocht.
  3. Steenbrei III (Vasse): Het woonrijp maken is afgerond. De grondexploitatie kan worden afgesloten.
  4. Knooperf Langeveen: De laatste grondtransactie zal naar verwachting in 2023 worden afgewikkeld en daarna kan de grondexploitatie worden afgesloten.
  5. De Scholt 2 (Fleringen): Het woonrijp maken is afgerond en de grondexploitatie kan worden afgesloten.
  6. Bessentuin (Manderveen): Het woonrijp maken is afgerond en de grondexploitatie kan worden afgesloten.
  7. Peddemors (Manderveen): Naar verwachting kan in 2023 de gronduitgifte worden opgestart.
  8. De Scholt 3 (Fleringen): Het bouwrijp maken is afgerond. De eerste 6 kavels zijn verkocht.
  9. De Wirnte (Langeveen): Het bouwrijp maken is afgerond. De eerste 6 kavels zijn verkocht.
  10. Dannenkamp 5 (Harbrinkhoek): Naar verwachting zal in 2023 worden gestart met het bouwrijp maken en de gronduitgifte. Door de bouwkostenstijging vallen de kosten bouw- en woonrijp maken fors hoger uit. Als gevolg daarvan zal de grondexploitatie niet meer sluitend zijn en dient er een voorziening ter grootte van € 95.217 te worden getroffen.
  11. Weemselerveld fase 4 (Albergen): Naar verwachting zal in 2023 worden gestart met het bouwrijp maken en de gronduitgifte.
  12. Plan Kampboer (Geesteren): Naar verwachting zal eind 2023 worden gestart met het bouwrijp maken en de gronduitgifte.
  13. Bessentuin fase 3 (Manderveen): In 2022 is een grondcomplex ingesteld en een financieel sluitende grondexploitatie vastgesteld. De bestemmingsplanprocedure zal naar verwachting eind 2023 worden opgestart.
  14. School Manderveen: In 2022 is een grondcomplex ingesteld en een financieel sluitende grondexploitatie vastgesteld. De bestemmingsplanprocedure zal naar verwachting eind 2023 worden opgestart.

B. Complex Ruilgronden

  1. In 2022 is de locatie Rotonde Reutum verworven en een perceel grond in Geesteren ten behoeve van woningbouw. Daarnaast is een perceel grond in het kader van de exploitatieovereenkomst Weleveld (Tubbergen) verkocht. Een perceel grond is overgeheveld naar het complex Bessentuin fase 3 (Manderveen).

Resume

In 2022 zijn in totaal 23 gemeentelijke woningbouwkavels verkocht (waarvan de notariële aktes zijn gepasseerd) waar we op begrotingsbasis uitgingen van 11 woningbouwkavels. Ultimo 2022 waren voor nog eens 44 kavels verkoopovereenkomsten gesloten.
De financiële eindresultaten van de grondexploitaties zijn met ongeveer € 0,35 miljoen afgenomen. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met de kostenstijgingen van het bouw- en woonrijp maken in de diverse plannen. 

Winstnemingen

Omdat de te verwachten eindresultaten voorlopige eindresultaten zijn, kunnen deze jaarlijks variëren: dit heeft invloed op de hoogte van de winstneming. Daarom komt het voor dat enkele winstnemingen uit het voorgaande jaar gecorrigeerd dienen te worden. Voor 2022 wordt € 0,6 miljoen winst genomen.

Verliesvoorzieningen

Voor de complexen  De Marke (Tubbergen), Peddemors (Manderveen), Dannenkamp 5 (Harbrinkhoek), Plan Kampboer (Geesteren)en School Manderveen zijn verliesvoorzieningen getroffen.
De verliesvoorziening van € 0,3 miljoen voor De Marke (Tubbergen) valt vrij omdat de grondexploitatie is afgesloten. 
De nieuw gevormde verliesvoorziening Dannenkamp 5 (Harbrinkhoek) wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de hogere kosten bouw- en woonrijp maken. Bij de plannen Peddemors (Manderveen), Plan Kampboer (Geesteren) en School Manderveen worden deze in hoofdzaak veroorzaakt door de relatief hoge boekwaarde van het gemeentelijk vastgoed.

Financiële resultaat

Voor de winstgevende complexen bedroeg het financiële resultaat € 0,6 miljoen en voor de verlieslatende complexen € -0,2 miljoen. Uiteindelijk bedraagt het financiële resultaat € 0,4 miljoen.

Verloop boekwaarde

In 2022 is voor een totaalbedrag van € 1,6 miljoen aan inkomsten gerealiseerd en kosten van € 0,7 miljoen (o.a. verwervingen, bouw- en woonrijp maken, plankosten en rente) en een winstneming van € 0,6 miljoen.
Daarmee is de boekwaarde van het grondbedrijf uiteindelijk van € 0,4 miljoen gedaald naar € 0,1 miljoen.

Risico's

De boekwaardes van de grondexploitaties zijn cumulatief doorgerekend met de kans op een rentestijging van 1,5%, de stagnatie van grondverkopen voor woningbouwkavels in een periode van 2 jaar, een extra kostenstijging bouw- en woonrijp maken van 5% bovenop de reeds gehanteerde kostenstijging voor een periode van 2 jaar en de kans op tegenvallers in het bouw- en woonrijp maken. Dit betrekken wij bij de berekening van onze benodigde weerstandscapaciteit in relatie tot het beschikbare weerstandsvermogen. Hiervoor verwijzen wij u naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Verwachtingen

De huidige grondexploitaties zijn behoudend doorgerekend en geactualiseerd.
We verwachten voor 2023 56 woningbouwkavels te verkopen: Peddemors (Manderveen) (3 stuks), De Scholt (Fleringen) (12 stuks), De Wirnte (Langeveen) (9 stuks), Dannenkamp 5 (Harbrinkhoek) (12 stuks) en Weemselerveld (Albergen) (20 stuks).
Ondanks de goede marktomstandigheden en positieve vooruitzichten op de woningmarkt mogen tegenvallende verkoopresultaten niet helemaal worden uitgesloten. Mocht zich dit voordoen dan heeft dit gevolgen voor de jaarlijkse winstnemingen; deze kunnen dan aanzienlijk lager uitvallen.
Omdat de voorraad woningbouwkavels, naar verwachting, op korte termijn opnieuw uitverkocht raakt, zullen we de focus blijven leggen op toekomstige gemeentelijke woningbouwlocaties. Daarnaast wordt in diverse kernen een actieve grondpolitiek gevoerd om toekomstige bouwlocaties te verwerven.
Door de forse kostenstijgingen in 2022, het niet doorvoeren van grondprijsverhogingen en het toepassen van starterskortingen, nemen de winstnemingen en uiteindelijk de exploitatieresultaten snel af. Ook de komende jaren wordt rekening gehouden met een stijging van de kosten. Indien dan eventuele grondprijsverhogingen niet worden doorgevoerd, moet rekening worden gehouden met negatieve exploitatieresultaten.

Voor 2023 verwachten we:

  • Kaveluitgiftes op te starten voor Dannenkamp 5 (Harbrinkhoek) (19 kavels) en Weemselerveld fase 4 (Albergen) (46 kavels).
  • Voor de locaties Rotonde Reutum en de uitbreiding Geesteren een grondcomplex in te stellen en een grondexploitatie vast te stellen.
  • Een verhoging van de rekenrente (bij de begroting 2024), conform BBV, van 0,5% naar 1,5%.
  • Raadsvoorstel Visie en prognose op toekomstige bedrijfsgronden.

Meerjarenprogrammering

We zullen bij de Perspectiefnota een inzicht geven in de toekomstige woningbouwopgave in relatie tot onze huidige en eventuele toekomstige gemeentelijke grondposities; de prognose grondbedrijf.
Deze prognose geeft een beeld van de kwantitatieve woningbouwopgave die voortvloeit uit het Woonbeleid en de programmering van de woningbouwaantallen en- kavels, zowel gemeentelijk als van derden, over een langere termijn over de verschillende kernen.

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

Voor de gemeenten Dinkelland en Tubbergen is de bedrijfsvoering binnen Noaberkracht georganiseerd. De jaarstukken 2022 Noaberkracht wordt door beide gemeenteraden vastgesteld. Noaberkracht ondersteunt Dinkelland en Tubbergen in het streven naar een vitale en zelfredzame samenleving. Noaberkracht heeft een focus op resultaat (de goede dingen goed doen). Daarom is het belangrijk dat Noaberkracht een wendbare organisatie blijft, die snel kan inspelen op veranderingen in de samenleving.

Frauderisico's

Terug naar navigatie - Frauderisico's

De gemeente is zelf verantwoordelijk voor fraudebestrijding. Vanwege de maatschappelijke functie is het van belang om dit intern en extern zichtbaar en transparant te maken.

Daarom is er sinds 2018 binnen onze organisatie sprake van een fraude-risicoanalyse. In het kader van de jaarlijkse herijking van deze fraude-risicoanalyse heeft er dit jaar opnieuw een inventarisatie plaatsgevonden van de (mogelijk) aanwezige frauderisico's en de getroffen beheersmaatregelen.

Naar aanleiding van deze inventarisatie is er gekeken naar de opzet, bestaan en werking van beheersing en getroffen bijsturingsmaatregelen van de toprisico's met de risico-inschatting 'hoog' en de toprisico's met een gemiddeld risico. Aan de hand van deze analyse kunnen wij de beheersbaarheid van de frauderisico's binnen onze organisatie vergroten en deze aandacht geven tijdens de controlewerkzaamheden.

De specifieke fraude-risico’s met verhoogde aandacht worden opgenomen in de fraude-risicoanalyse welke jaarlijks ter vaststelling beschikbaar wordt gesteld aan directie en colleges. In de scope van de belangrijkste frauderisico’s vallen onder andere betalingen, inkopen, sociaal domein, uitkeringen, aanbestedingen, M&O etc.

Mochten er gedurende het boekjaar fraude-risico’s opspelen, dan worden deze met een eventuele toelichting verantwoord in de financiële overzichten. Met betrekking tot de recente herijking van de fraude-risicoanalyse kan worden geconcludeerd dat er geen materiële fraudes zijn geconstateerd.

 

Continuïteit
De jaarrekening is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling. De continuïteit van gemeenten is op grond van artikel 12 van de financiële-verhoudingswet verankerd. Om die reden is de continuïteit van de gemeente in voldoende mate gewaarborgd. Tevens zijn in de begroting 2023 of andere besluiten geen stellige voornemens om majeure aanpassingen te doen in beleid, taken, activiteiten of locaties die mogelijk materiele effecten hebben op vermogen of resultaat.

 

Wet Open Overheid (WOO)

Wet Open Overheid (WOO)

Terug naar navigatie - Wet Open Overheid (WOO)

Inleiding

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. Deze wet is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo heeft als doel om overheden en semioverheden transparanter te maken, zodat het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en de economische ontwikkeling beter gediend kan worden. De Woo kenmerkt zich daarom door een drietal belangrijke pijlers, te weten:
•    een actieve openbaarmakingsplicht voor 11 categorieën documenten; 
•    een inspanningsverplichting tot openbaarmaking voor andere documenten dan de 11 categorieën;
•    de passieve openbaarmaking (openbaarmaking op verzoek).

Naast het actief openbaar maken, bevat de Woo een duidelijke andere component; het op orde brengen van de informatiehuishouding en het duurzaam toegankelijk maken van digitale overheidsinformatie. De tweede component sluit aan bij de Archiefwet 1995, waarin opgenomen is dat overheden verplicht zijn om de onder hen berustende bescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren.

De Woo introduceert een meerjarenplan en bepaalt dat overheden met behulp van een meerjarenplan hun overheidsinformatiehuishouding op orde brengen.

Verplichtingen per 1 mei 2022
De Woo heeft tot doel een transparante overheid te bevorderen en de informatiehuishouding van de overheid op orde te brengen. Voor gemeenten gelden de volgende verplichtingen uit de Woo die direct in werking treden: 

  • Een of meer contactperso(o)n(en) aanwijzen om vragen van inwoners te beantwoorden.
  • De bepalingen omtrent openbaarmaking op verzoek. Ook moet een Wob-verzoek elektronisch kunnen worden ingediend.
  • Maatregelen treffen om de duurzame toegankelijkheid van digitale documenten te borgen als randvoorwaarde om uitvoering te geven aan openbaarheid.
  • De inspanningsverplichting om informatie over beleid actief openbaar te maken.

Actieve openbaarheid op termijn verplicht
De verplichtingen uit de Woo om documenten behorende tot 11 informatiecategorieën binnen 14 dagen actief openbaar te maken via PLOOI, treden nog niet in werking. De ontwikkeling van PLOOI is door het Rijk stopgezet en overheden kunnen dit dus (nog) niet gebruiken om documenten te publiceren. De komende jaren zal deze verplichting gefaseerd in werking treden. 

Realisatie in 2022

In 2022 hebben we 40 Woo-verzoeken (inclusief Wob) afgehandeld. Daarvan hadden 6 Woo-verzoeken betrekking op de komst van het AZC in Albergen. De overige Woo-verzoeken hadden betrekking op diverse onderwerpen.

Het college heeft in 2022 twee contactpersonen benoemd. Ook hebben we inmiddels een aninimiseringstool aangeschaft, die het mogelijk maakt om de te openbaren documenten te anonimiseren.  Daarnaast hebben we een passage op de gemeentelijke website opgenomen over de Wet open overheid. Via deze website is het mogelijk een digitaal Woo-verzoek in te dienen (inwoners via Digid en organisaties via e-Herkenning).  Natuurlijk blijft het ook mogelijk om een Woo verzoek schriftelijk, via de mail of telefonisch door te geven.

Met betrekking tot de inspanningsverplichting om informatie over beleid actief openbaar te maken, geven wij veel informatie over projecten en anderen ontwikkelingen via onze gemeentelijke website, nieuwsberichten, social media en gemeentepagina in de Op en Rond de Essen.  Daarnaast staat veel informatie op de website van de gemeenteraad . Bijvoorbeeld over welke onderwerpen zij vergaderen (agenda), de vragen die de gemeenteraad aan het college stelt, of de brieven die het college aan de gemeenteraad stuurt (onderwerpen). 

Voor wat betreft de actieve informatieplicht voor de 11 verplichte categorieën, is de status als volgt:

1.    wet- en regelgeving:  de door de gemeenteraad  en/of college vastgestelde beleidsregels, nadere regels en verordeningen worden bekendgemaakt op www.officielebekendmakingen.nl en zijn terug te vinden op www.overheid.nl.
2.    organisatiegegevens: deze staan op de gemeentelijke website
3.    vergaderstukken en verslagen:  de stukken voor de raadsvergaderingen (inclusief de geluidsopnames) staan op de gemeentelijke website
4.    bestuursstukken; de besluitenlijsten van het college staan op de gemeentelijke website
5.    stukken adviescollege: nog geen actie op ondernomen in 2022
6.    convenanten: nog geen actie op ondernomen in 2022
7.    jaarplannen en jaarverslagen: de documenten m.b.t. de P&C-cyclus zijn opgenomen op de gemeentelijke website en in de begrotingsapp
8.    Woo-verzoeken en de daarbij verstrekte informatie: het openbaar maken van gevraagde documenten bij Woo-verzoeken via de gemeentelijke website staat op de planning voor 2023. In 2022 zijn de gevraagde documenten alleen nog verstrekt aan de indiener van het Woo-verzoek.
9.    onderzoeken:  nog geen actie op ondernomen in 2022
10.    beschikkingen: nog geen actie op ondernomen in 2022
11.    klachten: het jaarverslag klachten 2021 inclusief toelichting is opgenomen op de gemeentelijke website