Voor de gezondheid van onze inwoners en om de zorg betaalbaar en bereikbaar te houden voor diegenen die het echt nodig hebben, zien we als gemeente een toenemend belang van de inzet op preventie. Door in te zetten op preventie kunnen we de inzet van geïndiceerde, veelal complexere, Wmo, jeugdzorg en participatie terugdringen onder het motto voorkomen is beter dan genezen. Landelijk zien we dit ook terug in onder andere:
- Hervormingsagenda Jeugd
- Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en brede SPUK
- Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg en voor Ouderen (WOZO)
- Integraal Zorg Akkoord (IZA)
- Nationaal Preventieakkoord en Nationaal Sportakkoord.
Op regionaal niveau wordt hier op ingespeeld door te komen met een regionale visie op volksgezondheid, en daarop aansluitend een uitvoeringsdocument en concrete doelen voor de GGD Twente voor de komende vier jaar. Tevens wordt gewerkt aan de inkoop van zowel de jeugdzorg als de Wmo. Dat is voor ons als gemeente een moment om te kijken hoe wij ons zorgaanbod willen inregelen, en betaalbaar en bereikbaar willen houden. Het belang van preventie, het voorkomen van een hogere zorgvraag, is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
In aansluiting op deze landelijke en regionale beleidsontwikkeling zetten wij in op het versterken van de lokale preventie en zorgstructuur.
Om dit gericht te kunnen doen is een goede analyse nodig; waar staan we en waar willen we naar toe. In 2023 is hier uitvoering aan gegeven door het ontwikkelen van een sport- en gezondheidsbeleid en begin 2024 volgt het cultuur en armoedebeleid.
De gemene deler is dat we in de huidige preventie en zorgstructuur de volgende aandachtspunten zien:
- Versterken ondersteuningsnetwerk: op tactisch en uitvoerend niveau het opheffen van het gebrek aan menskracht en het voeren van regie op dit ondersteuningsnetwerk, in te vullend door buurtsportcoach en dorpsondersteuner, die aan de slag gaan op het gebied van preventie.
- Verruimen voorliggend preventief aanbod: het belang van lichte vormen van zorg is onmiskenbaar. De resultaten van pilots maken dat duidelijk, bijvoorbeeld bij schoolmaatschappelijk werk op de school, een voorliggende dagbesteding, en lichte ondersteuning voor opvoed en opgroeiproblemen. Bewezen vormen zetten we voort en waar nodig en mogelijk breiden we dit aanbod uit.
Extra inzet op preventie binnen het sociaal domein
Specificatie uit te werken richtingen / inspanningen |
inc |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
|
|
|
|
|
|
Extra inzet op preventie binnen het Sociaal Domein |
|
|
|
|
|
- echte algemene stelpost die nader moet worden verdeeld |
300 |
225 |
225 |
225 |
225 |
In 2024 zetten we in op preventie ter voorkoming van (de verdere groei van) de geïndiceerde zorg. Dit doen wij door het herijken van het ondersteuningsnetwerk en het zgn. voorliggende aanbod ofwel zorg- en ondersteuningsaanbod waarbij nog geen indicatiestelling nodig is of heeft plaatsgevonden. We zetten de extra middelen t/m 2025 incidenteel in op:
- Implementeren van de dorpsondersteuners in 4 dorpen. De pilot dorpsondersteuner in Fleringen heeft zowel een maatschappelijk als een financieel positief effect. Om de inzet van de dorpsondersteuner ook voor andere dorpen mogelijk te maken zijn aanvullende middelen nodig. Voor een deel zijn incidentele middelen middels de begroting 2023 beschikbaar besteld. De ervaring tot nu toe leert echter dat ook middelen nodig zijn voor begeleiding van de dorpen, intervisies tussen de dorpsondersteuners en activiteitengeld voor de dorpen (dorpsondersteuner) voor het versterken van het collectieve preventieve aanbod.
- Schoolmaatschappelijk werk in de scholen. We zetten de koers van de NPO (Nationaal Programma Onderwijs) middelen door. NPO waren middelen die gemeenten hebben ontvangen om scholen te ondersteunen bij de aanpak van coronavertragingen. Met name op sociaal (emotioneel) vlak zagen wij de achterstanden ontstaan. Als gevolg daarvan zijn de middelen ingezet in het mogelijk van schoolmaatschappelijk werk op de scholen (basisonderwijs, voortgezet onderwijs en Speciaal Basisonderwijs). Hierbij is de schoolmaatschappelijk werker op school aanwezig is, dichtbij en beschikbaar, niet alleen voor de leerkrachten en interne begeleiders, maar ook voor de leerlingen en hun ouders. Met deze extra uren geeft de schoolmaatschappelijk werker aan (ouders van) leerlingen uit het basisonderwijs extra hulp en ondersteuning op meerdere levensgebieden zoals relatieproblemen, scheiding, problemen
rondom financiën, verlies van werk, verlies van een dierbare en eenzaamheid onder ouders en/of kind. Doel van de extra ondersteuning is om kinderen in een zo normaal mogelijke en probleemloze gezinssituatie te kunnen laten opgroeien en er daarmee voor te zorgen dat het welbevinden en de leerprestaties van deze kinderen verbeteren.
- Versterken van de voorliggende voorzieningen jeugd. Momenteel zijn we met een analyse bezig welke problematiek speelt er bij de jeugd en welk preventief aanbod wordt gemist. Vooruitlopend op de de afronding van de totale analyse hebben we ‘laaghangend fruit’ gedetecteerd waarmee we snel kunnen starten (zoals organiseren van beschikbare steungezinnen, het voorkomen van / anticiperen op jeugdzorg die voortvloeit uit echtscheidingsproblematiek en het anders inzetten van het jeugd en jongerenwerk).Momenteel zijn we met een analyse bezig welke problematiek speelt er bij de jeugd en welk preventief aanbod wordt gemist. Vooruitlopend op de totale analyse gaan we met laaghangend fruit (zoals steungezinnen en echtscheidingsproblematiek) alvast aan de slag.
- Doorontwikkeling van buurtsportcoaches als onderdeel van het uitvoeren van het sport en gezondheidsbeleid en het project Opgroeien in een Kansrijke Omgeving. Op uitvoerend niveau op het gebied van (sport en) preventie missen wij namelijk capaciteit om de gezondheidsdoelstelling waar te kunnen maken
De eventuele mogelijkheden voor structurele dekking van vooral de dorpsondersteuners, het schoolmaatschappelijk werk en de buurtsportcoaches betrekken we bij het opstellen van de perspectiefnota 2025
Structureel gaan we inzetten op:
- Versterken van het preventie jeugdaanbod ook in samenwerking met het (speciaal- en praktijk) onderwijs waarmee een deel van de geïndiceerde jeugdzorg kunnen voorkomen.
- Preventiebudget: deze middelen worden ingezet om uitvoering te geven aan het gezondheid, sport, cultuur en armoedebeleid. Op dit moment wordt gewerkt aan het opstellen van vier beleidsnota's: gezondheid, sport, cultuur en armoedebeleid. Een overeenkomst tussen alle beleidsnota's is dat het ondersteuningsnetwerk en het preventieve aanbod niet toereikend is ten opzichte van de ambities.
- Armoedebeleid: momenteel wordt gewerkt aan het armoedebeleid. Vooruitlopend op de uitkomsten van dit armoedebeleid reserveren we alvast structurele ruimte. We constateren namelijk dat tot nu toe vooral ingezet is op regelingen op het moment dat armoede er al is. Het voornemen is om juist in te zetten op preventie om armoede te voorkomen. Uit de eerste analyse blijkt namelijk dat de grote uitdaging in onze gemeenschap zit bij verborgen armoede. Dit vraagt onder meer om betere voorlichting, communicatie, preventie en samenwerking tussen partijen op het gebied van vroegsignalering.
- Preventieve ondersteuning na beëindiging NPO; Wij zetten de Nationaal Programma Onderwijs (NPO) middelen door waardoor de pedagogische gezinsbegeleiding jeugdgezondheid (PGJ) beschikbaar blijft voor gezinnen met beginnende opvoedproblemen. PGJ is een vorm van opvoedingsondersteuning voor gezinnen met enkelvoudige opvoedingsproblematiek. De begeleiding heeft tot doel om vroegtijdig (preventief) samen met ouders en kind(eren) een oplossing te vinden voor opvoedingsproblemen en zo te voorkomen dat problemen verergeren. En wordt ingezet om beter inzicht te krijgen in de aard van de problematiek. Daardoor kan het bijdragen aan adequate verwijzing naar passende hulp (indien nodig).