Algemeen
De wet financiering decentrale overheden (fido) bevordert een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Het doel hiervan is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten. De wet kent een onderscheid tussen regels voor korte financiering (kasgeldlimiet) en regels voor lange financiering (renterisiconorm). Het onderscheid is gelegd bij 1 jaar.
Kasgeldlimiet en korte financiering
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt moet een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld. Ook moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.
Een kasgeldlimiet van € 5,4 miljoen betekent dat Tubbergen in 2024 tot een bedrag van € 5,4 miljoen met kort geld (looptijd < 1 jaar) mag financieren.
Kasgeldlimiet
|
(bedragen x €1 mln.)
|
Begrotingstotaal 2024
|
63,0
|
Vastgesteld percentage
|
8,50%
|
Kasgeldlimiet
|
5,4
|
Renterisiconorm en lange financiering
De renterisiconorm is een instrument voor de beheersing van het risico van een rentewijziging. Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Er mag dus maar 1/5e deel van de totale begroting aan rentegevoeligheid onderhevig zijn.
Renterisiconorm
|
(bedragen x €1 mln.)
|
Begrotingstotaal 2024
|
63,0
|
Vastgesteld percentage
|
20%
|
Renterisiconorm
|
12,6
|
Renterisico: herfinanciering + renteherziening
|
1,6
|
Ruimte
|
11,0
|
In 2024 is er voldoende ruimte binnen de renterisiconorm.
Leningen
Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de geldleningen in 2024:
Leningen (opgenomen)
|
(bedragen x €1 mln.)
|
Beginstand per 1 januari 2024
|
7,1
|
Bij:
|
nieuwe leningen t.b.v. investeringen
|
10,0
|
Af:
|
reguliere aflossingen
|
1,6
|
|
vervroegde aflossingen
|
0
|
Eindstand per 31 december 2024
|
15,5
|
Algemene ontwikkelingen
Geldleningen
In 2024 zullen geen renteherzieningen plaatsvinden. De reguliere aflossingen in 2024 zijn € 1,6 miljoen en de rentelasten €378.935.
Rentevisie, liquiditeit en schatkistbankieren
De gemeente Tubbergen heeft gekozen voor spreiding in de financieringsmogelijkheden. Door een actuele liquiditeitsplanning kan worden ingespeeld op eventuele tekorten of overschotten in de toekomst. Zo wordt door het aantrekken van langlopende geldleningen ingespeeld op eventuele liquiditeitstekorten voor de lange termijn. De rente voor langlopende geldleningen is op dit moment 3,43% (looptijd 15 jaar).
Eventuele voorziene tekorten op de korte termijn worden opgevangen door het aantrekken van 1 maands geldleningen. Vorig jaar was het 1 maands rentetarief op een kasgeldlening nog negatief, deze periode is voorbij, er moet weer rente betaald worden. Het tarief ligt rond de 3,75% - 4%.
Eventuele liquiditeitsoverschotten worden als gevolg van schatkistbankieren automatisch afgeroomd naar onze bankrekening bij het Ministerie. Sinds het 3e kwartaal 2022 ontvangen wij hiervoor weer een creditrente. Het tarief op dit moment bedraagt 3,41%.
EMU-saldo
Het EMU-saldo is in grote lijnen in de volgende tabel weergegeven:
|
EMU-saldo (x € 1.000) |
Jaarrekening 2022 |
Begroting 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
Begroting 2026 |
Begroting 2027 |
1 |
Exploitatie saldo voor bestemming |
4.328 |
-2.868 |
-5.196 |
1.718 |
-510 |
385 |
2 |
Mutatie (im)materiële vaste activa |
-2.784 |
-3.748 |
2.249 |
-499 |
-498 |
-541 |
3 |
Mutatie voorzieningen |
-172 |
-547 |
-484 |
-291 |
-266 |
-297 |
4 |
Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) |
-554 |
-849 |
-987 |
-164 |
782 |
1.353 |
5 |
Eventuele boekwinst bij verkoop effecten en (im)materiële vaste activa |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
EMU saldo |
1.927 |
2.276 |
-6.942 |
2.090 |
-1.060 |
-723 |
Het EMU-saldo kan gezien worden als een extra financieel kengetal, naast de andere vijf verplichte financiële kengetallen zoals de solvabiliteit en de (netto) schuldquote. Het EMU-saldo heeft een vergelijkbare functie als het kasstroomoverzicht in het bedrijfsleven. Het negatieve EMU-saldo over 2024 geeft aan dat we als gemeente in 2024 meer verwachten uit te geven (reële transacties) dan dat we verwachtten te ontvangen. Het is echter wel van belang om het EMU-saldo in de juiste context te zien. Gemeenten maken voor hun boekhouding gebruik van het ‘gemodificeerde stelsel van baten en lasten’. Hierdoor zegt het EMU-saldo van één jaar relatief weinig, omdat de uitgaven voor investeringen bijvoorbeeld in één jaar leiden tot een uitgave, maar in de exploitatie via de kapitaallasten leiden tot meerjarige lasten. Of dat toevoegingen aan voorzieningen ten laste van het resultaat gaan, maar pas bij besteding van de voorziening leiden tot een uitgave. Daarnaast worden de onttrekkingen aan reserves niet meegenomen in dit saldo.