Van begroting 2023 naar perspectiefnota 2024

Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Om een gestructureerd beeld te geven van de opbouw en het verloop van het meerjarige saldo volgen we onderstaande opzet:

Allereerst ziet u in paragraaf 1 het beginsaldo van deze perspectiefnota 2024 weergegeven. Dit saldo vindt zijn oorsprong in de begroting 2023 en vormt de basis waarmee verder wordt gewerkt.

In paragraaf 2 schetsen we het beeld van het ontstaan van het begrotingssaldo aan de hand van de zogenaamde mutaties op de uitvoering van het bestaande (dus vastgestelde) beleid.

In paragraaf 3 treft u het herzien meerjarige saldo na verwerking mutaties bestaand beleid aan

In paragraaf 4 zijn de specifieke mutaties weergegeven.

Het geactualiseerde herzien meerjarig saldo is vervolgens weergegeven in paragraaf 5.

In paragraaf 6 staan we stil bij een aantal nader uit te werken richtingen. 

Tot slot geven we in paragraaf 7 een overzicht van de beschikbare incidentele middelen waaronder de stand van zaken van de (belangrijkste) reserves.

1. Meerjarig saldo begroting 2023

Meerjarig saldo begroting 2023

Terug naar navigatie - Meerjarig saldo begroting 2023

Zoals u van ons gewend bent, zoeken we in elk van de P&C-documenten in financiële zin aansluiting bij het laatst vastgestelde document. Voor de perspectiefnota 2024 betekent dit dat we aansluiting zoeken bij het saldo van de begroting  2023.

 

Gemeente Tubbergen 2023 2024 2025 2026 2027
Herzien meerjarig saldo begroting 2023           739       1.311       2.130         -371 -407
Storting in algemene reserve -739 0 0 0 0
Herzien meerjarig saldo begroting 2023       0         1.311       2.130         -371         -407

2. Mutaties bestaand beleid

Mutaties bestaand beleid

Terug naar navigatie - Mutaties bestaand beleid

In deze paragraaf treft u een overzicht aan van de verschillende mutaties op basis van bestaand beleid. Dit kunnen autonome ontwikkelingen zijn of zaken waarover reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden.

 

Mutaties bestaand beleid 2023 2024 2025 2026 2027
Septembercirculaire 2022          
 - hogere algemene uitkering           364           344           288       1.209 219
 - op te nemen taakmutaties            -74            -63            -23            -23 0
 - op te nemen stelposten             43           213           340            -96           150
Decembercirculaire 2022          
 - hogere algemene uitkering             39             20             20             19             24
 - op te nemen taakmutaties            -19            -20            -21            -21            -26
Rekenkamercommissie              -23            -23            -23            -23
Inhuur Griffie            -60        
Taakstelling kwaliteitsplan Groen            -35            -35            -35            -35            -35
Kosten juridische ondersteuning en juridische controlling            -50            -50            -50            -50            -50
BIBOB              -19            -19            -19            -19
Leges omgevingsvergunningen             75        
Leges bestemmingsplanwijzigingen             50        
Structurele raming omgevingswet             50        
Overbrenging archief naar statische fase         -100        
Uitvoeringsprogramma 2023-2028 cultuurregio Twente            -54        
Sociaal Domein             44            -35            -33            -45             10
Dividenden          
 - Enexis             21        
 - Twence           390        
 - BNG             35        
Werkbudet coalitieakkoord          
Noaberkracht - begroting 2024          
 - autonome ontwikkelingen         -100         -223         -251         -282         -282
 - inzet stelpost prijscompensatie             44             65             65             65             65
 - knelpunten              -              -52            -52            -52            -52
 - organisatieontwikkeling              -44            -44            -44            -44
 - gevolgen nieuwe cao         -872         -900         -930         -959         -990
 - in te zetten stelposten (ook toekomstig)           872           900           930           959           990
 - samenhangende objectenregistratie          
Verbonden partijen - begrotingen 2024          
 - OmgevingsDienst Twente   -300 -300 -300 -300
 - Samen Twente   -106 -106 -106 -106
 - VRT   5 5 5 5
 - Recreatieschap   -31 -31 -31 -31
 - Stadsbank   -26 -26 -26 -26
 - inzet stelpost loon- en prijscompensatie verbonden partijen   389 389 389 389
Kleine(re) verschillen -16 7 12 5 -1
           
Totaal mutaties bestaand beleid           647             16           105           539         -133

 

Toelichtingen op mutaties bestaand beleid

Septembercirculaire 2022

Meestal verschijnen jaarlijks drie circulaires. In mei, september en december. Mei geeft de vertaling van de Voorjaarsnota van de rijksoverheid, september van de vertaling van de Miljoenennota, december rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af.  De septembercirculaire bevat informatie over de actualisatie van het accres op basis van de Miljoenennota en een eenmalige rijksbijdrage in 2026.

De hoogte en omvang van de algemene uitkering uit de septembercirculaire 2022 laat het volgende meerjarige verloop zien:

gemeente Tubbergen 2023 2024 2025 2026 2027
Stand septembercirculaire 2022        33.702        34.076        35.690        34.703        34.392
Stand meicirculaire 2022        33.338        33.732        35.402        33.494        34.173
Saldo -> Hogere algemene uitkering              364              344              288          1.209              219

 

Deze hogere algemene uitkering is naast een aantal taakmutaties vooral een gevolg van compensatie voor loon- en prijsaanpassingen. Verderop in deze toelichting komen we daar op terug. De belangrijkste verklaring zit echter in een eenmalige extra rijksbijdrage in 2026.

 

Eenmalige rijksbijdrage 

Het grootste positieve financiele effect uit de septembercirculaire wordt veroorzaakt door een eenmalige rijksbijdrage van het rijk voor het jaar 2026. Het Rijk werkt met gemeenten aan een nieuwe financieringssytematiek vanaf 2026. In aanloop daarnaartoe stelt het kabinet eenmalig € 1 miljard extra in 2026 beschikbaar. Via de algemene uitkering komt € 924 miljoen beschikbaar. Voor de gemeente Tubbergen betreft dit een bedrag van € 854.000. Een bedrag van € 76 miljoen wordt toegevoegd aan het BTW-compensatiefonds.

 

Taakmutaties

Naast deze eenmalige rijksbijdrage in het jaar 2026 zijn ook een aantal taakmutaties opgenomen in de septembercirculaire 2022 die betrekking hebben op de jaren 2023 en verdere De taakmutaties die in de septembercirculaire 2022 zijn benoemd en die van toepassing zijn op de gemeente Tubbergen zijn:

Taakmutaties 2023 2024 2025 2026 2027
 - asiel (inburgering) -51 -40      
 - wet kwaliteitsborging bouw (Wkb) -23 -23 -23 -23 0
Totaal taakmutaties -74 -63 -23 -23 0

 

Asiel (inburgering)

In het bestuurlijk akkoord met betrekking tot de opvang van asielzoekers op 26 augustus jl. is afgesproken dat het kabinet voldoende financiële middelen beschikbaar stelt voor integratie. Als gevolg van een hogere instroom van inburgeraars is afgesproken het budget voor de inburgering voor de jaren 2022, 2023 en 2024 op te hogen met respectievelijk € 20, 40 en 30 miljoen. Hiermee worden gemeenten in staat gesteld alle inburgeraars passende ondersteuning te bieden.

Wet kwaliteitsborging bouw

De wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) treedt naar verwachting vanaf 1 januari 2023 gefaseerd in werking. De Wkb heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Deze taken vervallen hiermee bij gemeenten die overigens wel het bevoegd gezag blijven houden. Tegelijkertijd wijzigen bepaalde wettelijke taken en krijgen gemeenten er extra wettelijke taken bij, zoals registratie en beoordeling van de Wkb-meldingen. Zoals aangekondigd in paragraaf 3.3.6 van de meicirculaire 2022 ontvangen gemeenten, voor de noodzakelijke voorbereidingen die de gemeenten nog moeten treffen tot de inwerkingtreding van de Wkb in 2022 een bijdrage van € 25 miljoen in aanvulling op de 10 miljoen die eerder in 2021 is verstrekt. Daarnaast ontvangen de gemeenten na inwerkingtreding een jaarlijkse bijdrage (tot en met 2026) van € 10 miljoen voor het uitvoeren van de Wkb-taken. Zoals aangekondigd zijn de middelen in deze circulaire verwerkt.

 

Accres

Via de normeringsystematiek ‘samen trap op en samen de trap af’ wordt de algemene uitkering van het gemeentefonds geïndexeerd, ook wel het accres genoemd. Sinds de meicirculaire 2022 is het accres gesplitst in een volume- en een nominaal deel, waarbij het nominale deel ter compensatie is van loon- en prijsstijging en het volumedeel ter compensatie van bevolkingstoename en reëel accres. Vervolgens zijn in de septembercirculaire 2022 de accressen vanaf 2022 bijgewerkt. Voor alle jaren vanaf 2023 is sprake van een lichte opwaartse bijstelling van het nominale deel (t.b.v. loon- en prijsstijgingen) van het accres.  

De bedragen hebben tot en met 2025 een structurele doorwerking.  Op de normeringssystematiek zijn sinds de meicirculaire 2022 de volgende wijzigingen van toepassing: 

  • De splitsing in een volume- en een nominaal deel. Het jaarlijkse volumedeel staat vast en het loon en prijsontwikkeling-deel beweegt mee met de CPB-ramingen naar de stand van de meicirculaire van dat jaar. 
  • Het Rijk en de VNG zijn kort na de meicirculaire 2022 overeengekomen dat het volume-accres voor de jaren 2022 tot en met 2025 wordt bevroren. 
  • Vanaf 2026 wordt het gemeentefonds niet langer via de normeringssystematiek geïndexeerd. Er wordt geen volume-accres meer verstrekt, alleen nog maar een nominaal accres voor de loon- en prijsontwikkeling. 

Voor de licht opwaartse bijstelling van het nominale deel van het accres (t.b.v. loon- en prijsbijstellingen) ramen we stelposten.. Nu zeker is dat het volume accres voor de jaren 2022 tot en met 2025 wordt bevroren kunnen we ook de ramingen voor mogelijke onderuitputting bij het Rijk naar beneden bijstellen. Dit beide meerjarige aanpassingen levert het volgende beeld op: 

Stelposten 2023 2024 2025 2026 2027
 - verhogen stelpost prijscompensatie            -363            -445            -487            -540            -461
 - verlagen stelpost onderuitputting              406              658              827              444              611
Totaal stelposten                43              213              340              -96              150

 

Samenvatting

Samenvatting 2023 2024 2025 2026 2027
Hogere algemene uitkering              364              344              288          1.209              219
Totaal taakmutaties -74 -63 -23 -23 0
Totaal stelposten                43              213              340              -96              150
Budgettair effect              333              494              605          1.091              369

 

Decembercirculaire

Meestal verschijnen jaarlijks drie circulaires. In mei, september en december. Mei geeft de vertaling van de Voorjaarsnota van de rijksoverheid, september van de vertaling van de Miljoenennota, december rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af.  Dit is dus de laatste van dit jaar.

De hoogte en omvang van de algemene uitkering uit de decembercirculaire 2022 laat het volgende meerjarige verloop zien:

gemeente Tubbergen 2023 2024 2025 2026 2027
stand decembercirculaire 2022         33.741        34.096        35.710        34.722        34.416
stand septembercirculaire 2022         33.702        34.076        35.690        34.703        34.392
Saldo -> hogere algemene uitkering                 39                20                20                19                24

 

Taakmutaties

Het verschil in de hoogte van de algemeen uitkering wordt naast een correctie uit de septembercirculaire 2022 en een bijstelling van een aantal maatstaven (hoeveelheidsverschillen) vooral veroorzaakt door zogenaamde taakmutaties. Taakmutaties zijn middelen die met een bepaald oogmerk aan het gemeentefonds zijn toegevoegd of onttrokken, maar waar geen bestedingsverplichting aan ten grondslag ligt. Wanneer ze nieuw zijn worden ze eenmalig afzonderlijk benoemd om inzicht te creëren waaraan het rijk meer of minder geld gaat besteden. Maar het uitgangspunt van de gehele algemene uitkering is en blijft dat de middelen vrij aanwendbaar zijn. Binnen de gemeente Tubbergen kennen we de lijn dat voor deze taakmutaties een stelpost wordt opgenomen in afwachting van te ontwikkelen beleid. Zodra door college en raad wordt ingestemd met het ontwikkelde beleid kan een beroep worden gedaan op deze stelpost(en). Indien ervoor wordt gekozen geen beleid te ontwikkelen dan kan de stelpost vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. De taakmutaties die in de decembercirculaire 2022 zijn benoemd en die van toepassing zijn op de gemeente Tubbergen zijn:

Taakmutaties 2023 2024 2025 2026 2027
 - wet goed verhuurderschap -24 -25 -26 -26 -26
 - wet kwaliteitsborging bouw (Wkb) 5 5 5 5  
Totaal taakmutaties -19 -20 -21 -21 -26

 

Wet Goed Verhuurderschap

Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om malafide verhuurderschap en discriminatie op de huurmarkt gerichter aan te pakken. Deze afspraken worden uitgevoerd in de vorm van het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap, dat naar verwachting in juli 2023 in werking zal treden. Voor de structurele kosten wordt een bedrag van € 12,4 miljoen met ingang van 2023 toegevoegd.

Wet kwaliteitsborging bouw

Het betreft hier een correctie op de taakmutaties  uit de septembercirculaire 2022

 

Samenvatting

Samenvatting 2023 2024 2025 2026 2027
Hogere algemene uitkering                 39                20                20                19                24
Totaal taakmutaties -19 -20 -21 -21 -26
Budgettair effect                 20                 -0                 -1                 -2                 -2

 

Rekenkamercommissie

Per 1 januari 2024 moeten we een onafhankelijke rekenkamer hebben met externe leden. Raadsleden mogen niet meer in een rekenkamer zitten. De verhoging is nodig om de externe leden te kunnen betalen maar er is ook budget nodig voor onderzoek.

Binnenkort ontvangt het presidium een voorstel over hoe de rekenkamer per 1 januari 2024 in te vullen. Of een eigen rekenkamer voor Tubbergen of aansluiten bij de rekenkamer van Oldenzaal, Dinkelland en Losser.

 

Inhuur Griffie

Als gevolg van ziekte binnen de Griffie moet noodgedwongen worden ingehuurd

 

Taakstelling kwaliteitsplan groen

Het Kwaliteitsplan Openbaar Groen (KOG) is gestart in 2021 en kent een doorlooptijd van 4 jaren. Hiervoor is in totaal 927 K. beschikbaar gesteld. Vooruitlopen op het kwaliteitsplan is er eenmalig een budget van 105 K beschikbaar gesteld om een impuls te geven aan de kwaliteit van de groenvoorzieningen door middel van omvorming. De verwachting was destijds dat door deze kwaliteitsimpuls het onderhoudswerkzaamheden voordeliger zouden worden. Hiervoor is een taakstelling van 35 K opgenomen.

Uit ervaringen blijkt dat met het omvormen en herinrichten van het openbaar groen veel winst behaald is in de kwaliteit van de openbare ruimte. Het jaarlijks onderhoud van deze heringerichte gebieden blijft intensief om het kwaliteitsbeeld te handhaven. Ook huidige prijsstijgingen door de extreme inflatie noodzaken dat de huidige onderhoudsbudgetten onder druk staan. Hierdoor kan de taakstelling niet gehaald worden waardoor deze ten laste van de algemene middelen komt.

 

Kosten juridische ondersteuning en juridische controlling

Uit ervaringscijfers over de afgelopen jaren blijkt dat het het reguliere budget van € 10.000 onvoldoende is en moet worden verhoogd met een bedrag van € 50.000 .

 

BIBOB

In maart 2023 zijn de vernieuwde beleidsregels 'toepassen Wet Bibob gemeente Tubbergen 2023' vastgesteld. Hierdoor wordt een nog nadrukkelijker signaal voor de bescherming van haar integriteit afgegeven, hetgeen met het vaststellen reeds van tevoren kenbaar wordt gemaakt.  Dit vraagt wel extra ambtelijk inzet die wordt ingeschat op 0,5 FTE. Het aandeel van de gemeente Tubbergen hierin bedraagt € 19.000

 

Leges omgevingsvergunningen

In de eerste maanden zijn een aantal grotere plannen afgesloten waardoor er in 2023  naar verwachting meer leges binnekomen dan geraamd.

 

Leges bestemmingsplanwijzigingen

Er zijn een aantal grote plannen afgesloten waarvoor veel leges in rekening zijn gebracht (woningbouw industriestraat, herontwikkeling locatie Hondebrink en plan Weleveld)

 

Stelpost omgevingswet

In het coalitieakkoord zijn we er van uit gegaan dat de implementatie van de Omgevingswet leidt tot structurele effecten. Deze zullen echter pas op de middellange tot lange termijn zichtbaar worden en zijn afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden. Een eerste voorzichtige inschatting komt neer op een structureel bedrag van € 50.000 . Gezien het uitstel van de omgevingswet naar 1 januari 2024 weten we al wel dat we in 2023 geen beroep hoeven te doen op deze stelpost en dat deze dus op incidentele basis kan vrijvallen.

 

Overbrenging archief naar statische fase

De Provinciale Archiefinspectie eist overbrenging dossiers Tubbergen 1985-2002 naar de statische fase. Dit is arbeidsintensief werk: opschonen, bewerken en beschrijven- van duizenden dossiers. Daarvoor is nu geen capaciteit, dus moeten we extern inhuren. Schatting kosten:  € 100.000,

 

Uitvoeringsprogramma voor de Cultuurregio Twente

De 14 wethouders Cultuur in Twente hebben samen met het culturele veld en de provincie Overijssel een Uitvoeringsprogramma voor de Cultuurregio Twente opgesteld voor de periode 2023-2028. Cultuurregio Twente is een samenwerking tussen alle 14 Twentse gemeenten op het gebied van cultuur. In het voorgestelde uitvoeringsprogramma staan de thema's en projecten waarop de komende jaren een gezamenlijk programma wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Dit programma moet leiden tot een versterking van het cultuuraanbod in Twente en de samenwerking in de regio.  De betrokken  wethouders in de regio hebben ingestemd. De financiële bijdrage bedraagt 42 cent per inwoner per gemeente per jaar voor een periode van 6 jaar. Dit komt voor Tubbergen neer op een incidenteel bedrag van  € 53.837 (2024: € 2.692, 2025: € 10.767, 2026/2027/2028: € 13.459 per jaar).

 

Sociaal Domein

Sociaal Domein 2023 2024 2025 2026 2027
Exploitatiebijdrage SPN 44 -29 -27 -39 17
Stadsbank Oost Nederland -11 -11 -11 -11 -11
Indexatie budgetten -201 -201 -201 -201 -201
inzet stelpost prijscompensatie 201 201 201 201 201
bijstandsuitkeringen 100 100 100 100 100
begroting Ontplooj -92 -92 -92 -92 -92
Kleine(re) verschillen 3 -3 -3 -3 -3
Totaal 44 -35 -33 -45 11

 

Stadsbank Oost Nederland
De gemeente wil maximale aandacht blijven schenken aan de meest kwetsbare inwoners. Dit geldt ook voor de inwoners die moeten rondkomen van het absolute minimum. Om dit concreet te maken is het essentieel dat de hulpverlening zowel laagdrempelig, dichtbij als efficiënt is ingericht. Om hier uitvoering aan te geven heeft het college in maart 2023 besloten gebruik te maken van de hybridevorm van dienstverlening door de Stadsbank. Hiermee krijgen onze inwoners de zorg en aandacht die past bij de visie van de gemeente. In de praktijk betekent dit dat Schakel de toegangspoort is voor al onze inwoners die in de problemen (dreigen) te geraken. Hierdoor krijgt ook preventie inhoud. Escalatie van schuldenproblematiek wordt hiermee ook zoveel mogelijk voorkomen. De kosten van dit hybridemodel bedragen € 11.584 per jaar (inzet klantregisseur voor een dagdeel per week).

 

Indexatie budgetten en inzet stelpost prijscompensatie

De gevolgen van de gestegen lonen en prijzen hebben ook hun doorwerking op de ramingen binnen het sociaal domein. Vanaf het jaar 2023 moeten we voor ruim € 200,000 een structureel beroep doen op de stelposten loon - en prijscompensatie ter dekking van de indexatie van de verschillende ramingen binnen het sociaal domein. De grootste kostenstijgingen hebben betrekking op het (leerlingen)vervoer, huishoudelijke ondersteuning en jeugd.

 

Bijstandsuitkeringen
Halverwege mei 2023 is het voorlopig budget 2023 bekend gemaakt. Het voorlopige macrobudget bedraagt € 6,015 miljard, het voorlopige BUIG-budget voor de gemeente Tubbergen bedraagt € 2.633.000. 

Het BUIG-budget voor de gemeente Tubbergen is opgebouwd uit een aantal onderdelen:

  • Objectief bepaald deelbudget (voorspelling verwachte uitgaven o.b.v. een kansmodel);
  • Historisch bepaald deelbudget (voorspelling verwachte uitgaven o.b.v. historische uitgaven (jaar T-2));
  • Deelbudget dak- en thuislozen en instellingsbewoners (verwachte uitgaven o.b.v. laatst bekende netto lasten);
  • Deelbudget loonkostensubsidie (verwachte uitgaven o.b.v. laatst bekende netto lasten) (dit is per 2022 zo voor dit deelbudget, daarvoor was dit ook historisch).

De gemeente Tubbergen wordt voor 25% objectief gebudgetteerd en voor 75% op basis van historische uitgaven (T-2). Deze verdeling is afhankelijk van de gemeente grootte.

 

Definitief 2022 vs. voorlopig 2023

Het voorlopige budget 2023 bedraagt € 2.633.000. Wat opvalt is dat we in 2023, ten opzichte van het definitief budget 2022, € 119.000 meer ontvangen dan in 2022. Onderstaand de belangrijkste wijzigingen:

  • Macrobudget is gedaald met € 6,7 miljoen, dit betekent voor Tubbergen een afname van € 3.000.
  • Budgetaandeel: Per saldo een wijziging van € 95.000 voordelig. Het aandeel van de gemeente Tubbergen in het macrobudget is veranderd door het objectieve kansmodel en de historische uitgaven. Er wordt per 2023 geen onderscheid meer aangegeven in welke mutatie het historische gedeelte met zich meebrengt en welke mutatie het objectieve gedeelte.
  • Vangnetuitkering en overige mutaties: € 27.000 voordeel.

Opgemerkt moet worden dat we t/m 2025 jaarlijks een bedrag van € 9.270 terug moeten betalen aan het Rijk i.v.m. een ontvangen voorschot in 2016 m.b.t. instroom statushouders. Dit bedrag wordt jaarlijks van de totale uitkering afgehaald.

Belangrijk aandachtspunt: Het kabinet heeft besloten om per 1 januari 2021 de minimumlonen te indexeren met ruim 10%. Dit betekent een forse stijging van de bijstandsnormen en de hoogte van de (maximale) LKS-bedragen per 1 januari. SZW heeft ervoor gekozen voor deze indexatie nog geen extra budget toe te kennen bij de voorlopige beschikking 2023. Gemeenten ontvangen bij de definitieve budgetten 2023 (dus in oktober 2023) de indexatie voor loon- en prijsbijstelling. SZW heeft wel voor alle gemeenten een indicatie van het voorlopige budget inclusief indexatie in 2023 gegeven. Het macrobudget stijgt gedurende 2023 naar verwachting met circa € 660 miljoen vanwege de indexatie. Voor de gemeente Tubbergen betekent dit een bedrag van ca. € 290.000. 

Let op: bovenstaande verschillen betreffen het verschil tussen budget 2021 (definitief) en budget 2022 (voorlopig), niet de wijziging ten opzichte van de huidige raming.

Wat betekent dit voor de raming van de gemeente Tubbergen?
Ten opzichte van de huidige raming van de gemeente Tubbergen (o.b.v. nader voorlopig 2021 meerjarig), betekent dit meerjarig het volgende beeld:

 

Gemeente Tubbergen

2023

2024

2025

2026

Raming Tubbergen

€ 2.524.000

€ 2.524.000

€ 2.524.000

€ 2.524.000

Voorlopig 2023 meerjarig

€ 2.633.000

€ 2.633.000

€ 2.633.000

€ 2.633.000

Minus voorschot statushouders

€ 9.270

€ 9.270

€ 9.270

€ 0

Mutatie

€ 100.000

€ 100.000

€ 100.000

€ 109.000

 

De meerjarenraming op basis van de nader voorlopige uitkering 2023 is structureel € 100.000 hoger dan de meerjarenraming op basis van de nader voorlopige uitkering 2022. Dit voordeel wordt integraal betrokken bij het opstellen van de Perspectiefnota 2024.

Let op: Het budgetaandeel van de gemeente Tubbergen in de nieuwe verdeling van de loonkostensubsidies is op dit moment hoger dan de nettolasten 2021 en de prognose van de nettolasten 2022. Het budgetaandeel bedraagt € 744.000, terwijl de nettolasten 2021 € 470.000 bedragen. Dit heeft ermee te maken dat het macrobudget LKS voorlopig € 377 miljoen is terwijl de uitgaven in 2021 € 244 miljoen waren. Dit macrobudget wordt waarschijnlijk in het definitieve budget 2023 bijgesteld naar beneden. Dit is echter ook afhankelijk van de ontwikkeling van de nettolasten, zowel landelijk gezien als in de gemeente Tubbergen.

Ontplooj
Ten opzichte van de begroting 2022 is er een afname van 7 personen (6 fte) in groepsdetacheringen. Sprake is van overplaatsing naar beschut en daarnaast stond een aantal personen in de begroting 2022 onterecht op groepsdetacheringen. Deze personen zijn individueel gedetacheerd en hiermee niet in begeleiding bij Ontplooj. 7 personen minder in groepsdetachering heeft tot gevolg dat de opbrengsten detacheringen afnemen met 51K (6 fte * € 8.530). Hierdoor stijgt de bijdrage per saldo ten opzichte van de begroting 2022 wat tevens een hogere risico-opslag tot gevolg heeft. Daarnaast stijgt de bijdrage als gevolg van hogere huisvestings- en personeelskosten.

 

Dividenden

Van een drietal organisaties zijn de uit te keren dividendbedragen bekend. In alle gevallen zijn deze bedragen hoger dan het geraamde bedrag. Het gaat om Enexis, BNG en Twence. De hoge meeropbrengst komt vooral door het dividend Twence. Het resultaat 2022 van Twence is enorm verbeterd door  hogere energie-opbrengsten (deze meeropbrengsten worden als eenmalig beschouwd.

 

Werkbudget Coalitieakkoord

In het coalitieakkoord 2022-2026 en daarna ook in de begroting 2023 is een structureel "werkbudget" opgenomen. Dit budget is bedoeld om binnen het reguliere werk, dis binnen de basisprogramma's,  ruimte te hebben om in te kunnen spelen dan wel te  kunnen anticiperen op initiatieven en ontwikkelingen in de samenleving. Voorgesteld wordt dit budget als volgt te verdelen.

  • Basisprogramma Economie ->beleid en uitvoering economische promotie ( ondernemersprijs e.d) € 20.000 
  • Basisprogramma Bestuur en Middelen - kinderburgemeester en kinderraad € 5.000
  • basisprogramma Openbare ruimte - kleine maatregelen in de openbare ruimte (o.a. op verzoek kinderraad) € 7.500
  • Basisprogramma Sport en Accommodaties - bijdragen voor (kleine) initiatieven € 7.500
  • Basisprogramma Cultuur en recreatie - bijdragen voor (kleine) initiatieven € 10.000

 

Noaberkracht - begroting 2024

In de raadsvergadering van 30 mei is de begroting 2024 van Noaberkracht behandeld De financiele consequenties van deze  begroting 2024 zijn doorvertaald in het meerjarige perspectief van de gemeente Tubbergen. Meest in het oog springend zijn de kosten van de nieuwe CAO voor het ambtelijk personeel. Wij gaan er van uit dat deze kosten worden gecompenseerd via dealgemene uitkering uit het gemeentefonds. Daarnaast blijkt een aantal reguliere kosten binnen Noaberkracht hoger uit te pakken als gevolg van de inflatie. Deze (doorbelaste) kosten dekken wij uit onze stelposten.  Uit de begroting van Naoberkracht blijkt ook dat structureel  wordt ingezet op het zijn en blijven van een aantrekkelijke werkgever. Zo wordt  het opleidingsbudget gefaseerd verhoogd naar op termijn een percentage van 2% van de personeelsopvang. Voor een verdere specificatie en onderbouwing wordt verwezen naar de begroting 2024 van  Noaberkracht.

Het onderwerp "samenhangende objectenregistratie" behoeft een extra (financiele) toelichting.  Het is namelijk zo dat deze post uit de begroting 2024 van Noaberkracht wordt gedekt uit de reserves van de beide deelnemende gemeenten. Voor de gemeente Tubbergen gaat het om een incidenteel bedrag van € 88.000.  Verderop in dit financiele hoofdstuk wordt de Reserve Incidenteel beschikbare Algemene Middelen (RIBAM) toegelicht waar ook formeel wordt besloten over deze post.   

 

Verbonden partijen - begrotingen 2024

In de raadsvergadering van 30 mei zijn de begrotingen van de verschillende verbonden partijen behandeld. De financiële effecten hiervan nemen we in meerjarig perspectief mee in deze perspectiefnota 2024.

 

Overige kleine mutaties

Het betreft hier meerder kleine(re)verschillen.

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met de aangegeven en toegelichte mutaties bestaand beleid en deze te verwerken in het herziene meerjarige saldo.

3. Herzien meerjarig saldo

Herzien meerjarig saldo

Terug naar navigatie - Herzien meerjarig saldo

Rekening houdend met de mutaties op basis van bestaand beleid uit de vorige paragraaf ontstaat het volgende herziene meerjarige saldo:

 

Gemeente Tubbergen 2023 2024 2025 2026 2027
Herzien meerjarig saldo begroting 2023              -         1.311       2.130         -371         -407
Totaal mutaties bestaand beleid           663               9             93           534            -96
Herzien meerjarig saldo na mutaties bestaand beleid           663       1.320       2.223           163         -503

 

Uit dit herziene meerjarige saldo na mutaties bestaand beleid blijkt dat er sprake is van een aantal incidentele meevallers in 2023 die een positief saldo in het jaar 2023 veroorzaken. Daarnaast valt op dat het zogenaamde "ravijnjaar 2026" door de extra eenmalige toevoeging door het Rijk aan het gemeentefonds van € 1 miljard is verschoven naar het jaar 2027. 

In de volgende pararaaf genaamd specifieke mutaties treft u onze richtinggevende voorstellen aan hoe wij hier mee denken te moeten omgaan. 

4. Specifieke mutaties

Specifieke mutaties

Terug naar navigatie - Specifieke mutaties

In deze paragraaf staan we stil bij ontwikkelingen die verder gaan dan het bestaande (dus vastgestelde) beleid maar wel degelijk omvangrijke financiële consequenties (kunnen) hebben en ook zeker gezien de politiek bestuurlijke impact de nodige toelichting behoeven. De volgende specifieke mutaties worden in deze paragraaf behandeld:

  • Herijking gemeentefonds
  • Actualisatie coalitieakkoord 2022-2026

Herijking gemeentefonds

Terug naar navigatie - Herijking gemeentefonds

De herverdeeleffecten van de herijking gemeentefonds zijn bekend gemaakt via de meicirculaire 2022 en zijn als volgt opgenomen in de begroting 2023. 

Herverdeeleffect herijking 2023 2024 2025 2026
Nadeel  van € 25,67 per inwoner -547 -547 -547 -547
Suppletieuitkering  387 68 0 0
Budgettair effect -160 -479 -547 -547

 

De herijking van het gemeentefonds wordt met ingang van het jaar 2023 ingevoerd. Voor de herverdeeleffecten geldt een zogenaamd ingroeipad. De uiteindelijke herverdeeleffecten van de herijking van het gemeentefonds komen voor de gemeente Tubbergen neer op een nadeel van € 25,67 per inwoner.  Dit komt voor de gemeente Tubbergen neer op een nadeel van € 160.000 in 2023 oplopend naar een structureel nadeel van € 547.000 vanaf het jaar 2025. Voor de gemeente Tubbergen werkt naast het niet hebben van een centrumfunctie ook de inkomstenmaatstaf (de mogelijkheid om zelf inkomsten te verwerven) negatief door in deze herijking. 

Kijken we wat verder naar deze mogelijkheden om zelf inkomsten te verwerven dan moet vooral worden gedacht aan de Onroerende Zaak Belasting (OZB) . Omdat we in het coalitieakkoord 2022-2026 hebben afgesproken de lastendruk voor inwoners zo laag mogelijk te houden bekijken we de mogelijkheden om zelf inkomsten te verwerven wel in het totale beeld van de lokale lastendruk. Dus niet alleen de OZB maar de totale lokale lasten zoals deze elk jaar via de gemeentelijke  aanslag aan de inwoners worden verzonden. 

Wanneer we kijken naar de lokale lastendruk (OZB, afvalvalstoffenheffing en rioolrecht) dan blijkt volgens de atlas van de lokale lasten zoals die jaarlijks door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) wordt opgesteld dat Tubbergen met de lokale lasten onder het landelijk gemiddelde zit.  Met een 38e plek op de ranglijst (waarbij de nummer 1 het goedkoopst is en nummer 342  het duurst)  blijkt Tubbergen qua lokale lastendruk € 137 onder het landelijkgemiddelde te zitten 

 

Lokale lasten gemeente Tubbergen volgens COELO
  2020 2021 2022 2023
Woonlasten meerpersoons huishouden 705 723 813 807
Plek op landelijke ranglijst 60 47 56 38
         
Vergelijkende cijfers volgens COELO        
  2020 2021 2022 2023
Goedkoopste gemeente  573 598 667 652
Duurste gemeente 1440 1517 1736 1874
Gemiddeld landelijk 767 813 904 944
Gemiddeld Overijssel 766 796 868 896

 

Deze feitelijke weergave laat een stuk onbenutte belastingcapaciteit zien  wat dus  zou betekenen dat Tubbergen inderdaad in staat is om (extra) eigen inkomsten te verwerven.  Deze onbenutte belastingcapaciteit (verschil in lokale lastendruk ten opzichte van het landelijk gemiddelde) wordt ook benoemd onder de kengetallen uit de laatste jaarbegrotingen.

Het college geeft in overweging om een deel van de onbenutte belastingcapaciteit in te vullen om daarmee een deel van de negatieve herverdeeleffecten voortkomend uit de herijking van het gemeente  op te kunnen vangen. Hierbij denkt het college in eerste instantie aan het gefaseerd toegroeien naar het gemiddelde niveau van de lokale lastendruk in Overijssel. Dat zou betekenen dat er ruimte is om de lokale lastendruk gefaseerd te verhogen met 10%.  Aangezien deze actie moet leiden tot het verkrijgen van algemene dekkingsmiddelen om de negatieve herverdeeleffecten te kunnen opvangen is het verhogen van de OZB tarieven hiervoor het middel.  Omdat een aantal jaar geleden al is besloten tot een extra verhoging van de OZB tarieven van 1% per jaar bovenop de reguliere indexatie volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)  is er nog ruimte voor 6% extra stijging. Een gefaseerde stijging van 2% extra per jaar vanaf het jaar 2024 en dat dus drie jaar lang levert het volgende beeld op:

 

Gemeente Tubbergen 2023 2024 2025 2026 2027
Verhoging OZB opbrengst naar gemiddeld niveau lokale lasten Overijssel (10%) 0 100 200 300 300

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met een extra verhoging van de OZB tarieven met 2% per jaar ingaande 2024 voor een periode van 3 jaar tot aan het gemiddelde niveau van de lokale lastendruk in Overijssel en de geraamde meeropbrengst te verwerken in het herziene meerjarige saldo.

Actualisatie coalitieakkoord 2022-2026

Terug naar navigatie - Actualisatie coalitieakkoord 2022-2026

Op 13 juli 2022 is het coalitieakkoord 2022 - 2026 met de naam "En noe, met mekaar, vedan" door (een meerderheid van) de raad vastgesteld. Dat is inmiddels een jaar geleden en dus tijd om een eerste (financiele) actualisatie uit te voeren.  Deze eerste financiele actualisatie levert het volgende beeld op:

Actualisatie coalitieakkoord 2022-2026 gemeente Tubbergen 2023 2024 2025 2026 2027
Werkbudget buitengebied in balans             50        
Werkbudget positieve gezondheid             25        
Werkbudget leefomgeving van de toekomst (duurzaamheid)             25        
Uitvoeringskosten duurzaamheid t.l.v. rijksvergoeding             99             99             99             99             99
Werkbudget leefbare kernen             50        
Overlap regeling binnenstedelijke herontwikkeling en inbreiding / uitbreiding           200        
Werkbudget strategische capaciteit           100        
Werkbudget participatie         -100        
Werkbudget recreatie en toerisme             50        
Totaal actualisatie coalitieakkoord 2022-2026 gemeente Tubbergen           499             99             99             99             99

Toelichting op actualisatie

Ten eerste zijn we gekomen tot een bijstelling en  herschikking van de verschillende werkbudgetten. De bijstelling levert in totaliteit een incidenteel voordeel op van € 300.000 waarvan we een bedrag van € 100.000 beschikbaar willen houden als werkbudget voor participatie. Hierna resteert een incidenteel voordeel van € 200.000.

Daarna bleek uit onze actualisatie dat er een zekere overlap zit in het instrument  regeling binnenstedelijke herontwikkeling in relatie tot het budget voor inbreiding voor uitbreiding. Beide onderwerpen streven feitelijk hetzelfde doel na wat ons heeft doen besluiten om het budget inbreiding voor uitbreiding van € 400.000 voor de helft toe te voegen aan de regeling binnenstedelijke herontwikkeling en de andere helft te laten vrijvallen. Dit levert een voordeel op van € 200.000.

Deze beide meevallers samen goed voor € 400.000 kunnen worden onttrokken aan de reserve coalitieakkoord en worden toegevoegd aan de algemene middelen.

De laatste actualisatie heeft betrekking op een nieuwe rijksregeling voor uitvoeringskosten klimaat. Deze regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid’ (CDOKE) betreft een vergoeding aan gemeenten voor  uitvoeringskosten in het kader van klimaat en energiebeleid. De gemeente Tubbergen ontvangt voor de eerste drie jaren  een bedrag van ongeveer € 400.000 per jaar om te besteden aan uitvoeringskosten. Het college is van mening dat uitvoeringskosten die zijn "voorgefinancierd" via de algemene middelen als eerste ten laste van deze rijksvergoeding moeten worden gebracht. Dat levert een (structureel) voordeel op voor de algemene middelen van € 99.000. Dat het woord structureel tussen aanhalingstekens staat is bewust en  het college wil daarmee feitelijk twee dingen zeggen.  Ten eerste het eerste deel van de rijksregeling beslaat een periode van 3 jaar (2023, 2024 en 2025) met de opmerking dat het rijk heeft toegezegd dat een latere regeling over de jaren 2026 tot en met 2030 later wordt vastgesteld. De middelen daarvoor zijn gereserveerd op de rijksbegroting.  Ten tweede wil het college aangeven dat wordt gewerkt aan een klimaatvisie. Deze zal naar verwachting in de loop van het jaar 2023 gereed zijn voor behandelingen en bespreking. Naar aanleiding hiervan zullen ook de ambities op dit vlak en dus ook de benodigde uitvoeringskosten bekend zijn. 

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met (de financiele gevolgen van) de actualisatie van het coalitieakkoord 2022-2026 en de vrijvallende middelen te verwerken in het herziene meerjarige saldo

 

5. Geactualiseerd herzien meerjarig saldo

Geactualiseerd herzien meerjarig saldo na specifieke mutaties

Terug naar navigatie - Geactualiseerd herzien meerjarig saldo na specifieke mutaties

Rekening houdend met de (financiele gevolgen van de) zogenaamde specifieke mutaties uit de vorige paragraaf dan ontstaat het volgende geactualiseerde herzien meerjarig saldo:

 

Gemeente Tubbergen 2023 2024 2025 2026 2027
Herzien meerjarig saldo begroting 2023              -         1.311       2.130         -371         -407
Totaal mutaties bestaand beleid           647             16           105           539         -133
Verhoging OZB opbrengst naar gemiddeld niveau lokale lasten Overijssel (10%)             100           200           300           300
Totaal actualisatie coalitieakkoord 2022-2026 gemeente Tubbergen           499             99             99             99             99
herzien meerjarig saldo na specifieke mutaties       1.146       1.526       2.534           567         -141

 

Uit dit geactualiseerde herzien meerjarig saldo na specifieke mutaties blijkt een behoorlijke financiele verbetering.  Vanaf het jaar 2027 is er echter nog steeds sprake van een nadelig saldo. Dit wordt, zoals in vorige paragrafen ook al aangegeven, veroorzaakt door de onzekerheid op het gebied van de nieuwe financieringssytematiek. Het Rijk werkt met gemeenten aan een nieuwe financieringssytematiek vanaf 2026. In aanloop daarnaartoe heeft  het kabinet eenmalig € 1 miljard extra in 2026 beschikbaar gesteld (zie mutaties bestaand beleid). . Voor de gemeente Tubbergen betreft dit een bedrag van € 854.000. Door de extra eenmalige toevoeging door het Rijk aan het gemeentefonds van € 1 miljard is het zogenaamde "ravijnjaar"  verschoven naar het jaar 2027. 

Aangezien er nog steeds geen nieuws is over de nieuwe financieringssystematiek blijft de onzekerheid bij gemeenten over het financiele meerjarige beeld. Dit maakt het opstellen van een deugdelijke meerjarenbegroting bijzonder lastig.  Via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is hier aandacht voor gevraagd wat heeft geresulteerd in een toezegging van het Rijk dat de € 1 miljard vanaf 2027 structureel wordt toegevoegd aan het gemeentefonds. Inmiddels blijkt dat deze € 1 miljard inderdaad is opgenomen in de voorjaarnota 2023 van het Rijk.  De verwerking hiervan wordt naar verwachting opgenomen in de meicirculaire 2023 waarna ook de exacte gevolgen voor de gemeenten bekend worden en formeel kunnen worden opgenomen in de (meerjaren)begroting. Normaliter nemen wij de (gevolgen van de) meicirculaire mee in de komende jaarbegroting en niet in de perspectiefnota. Gezien de omvang en de "hardheid" van deze toevoeging wijken wij af van deze bestendige gedragslijn  en houden we in deze perspectiefnota wel rekening met deze structurele toevoeging van € 1 miljard aan het gemeentefonds.  Vooralsnog en vooruitlopend op de (gevolgen van de) meicirculaire 2023 gaan we uit van een structureel hogere algemene uitkering vanaf het jaar 2027 van € 850.000.

Rekening houdend met het vooruitlopend op de meicirculaire 2023 uitgaan van een structureel hogere algemene uitkering vanaf het jaar 2027 van € 850.000 dan ontstaat het volgende geactualiseerde herzien meerjarig saldo:

 

Gemeente Tubbergen 2023 2024 2025 2026 2027
Herzien meerjarig saldo begroting 2023 0 1311 2130 -371 -407
Totaal mutaties bestaand beleid           647             16           105           539         -133
Verhoging OZB opbrengst naar gemiddeld niveau lokale lasten Overijssel (10%)   100 200 300 300
Totaal actualisatie coalitieakkoord 2022-2026 gemeente Tubbergen 499 99 99 99 99
Ontwikkeling nieuwe financieringssystematiek Rijksoverheid                   850
Herzien meerjarig saldo met extra geld 2027 nieuwe financieringssystematiek       1.146       1.526       2.534           567           709

 

Zoals blijkt uit deze tabel slaat het nadelige in 2027 om in een voordelig saldo van  € 709.000 . Dit voordelige saldo nemen we vooralsnog en vooruitlopend op de meicirculaire 2023 als richtinggevend uitgangspunt voor de verdere uit te werken richtingen in deze perspectiefnota 2024.

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met het herziene meerjarige saldo na specifieke mutaties en het voordelige saldo over het boekjaar 2023 ten bedrage van € 1.146.000 te storten in de algemene reserve.

 

Voorgesteld wordt vooralsnog en vooruitlopend op de meicirculaire 2023 uit te gaan van een hogere algemene uitkering in 2027 van € 850.000 en het hierdoor ontstane voordelige saldo van ongeveer € 700.000 als richtinggevend uitgangspunt te nemen voor de verder uit te werken richtingen in deze perspectiefnota 2024.

6. Uit te werken richtingen / inspanningen

Uit te werken richtingen / inspanningen

Terug naar navigatie - Uit te werken richtingen / inspanningen

Aanleiding

De perspectiefnota  bepaalt op hoofdlijnen de richting voor de komende vier jaren. De richtinggevende en kaderstellende uitspraken uit de perspectiefnota (zowel inhoudelijk als financieel) zijn een opdracht van de gemeenteraad aan het college om zaken nader uit te werken. Ze zijn uitgangspunt bij de begroting 2024 die later dit jaar wordt opgesteld en waar ook verdere besluitvorming plaatsvindt. 

In het presidium is afgesproken de voorbereiding van de Perspectiefnota anders te doen dan voorgaande jaren. Voordat het college de Perspectiefnota opstelt, geeft de raad de politieke prioriteiten aan. Dit heeft plaatsgevonden op 19 april 2023. Voorafgaand aan die bijeenkomst heeft op 21 maart 2023 een bijeenkomst plaatsgevonden waar de raad ambtelijk geïnformeerd is over de stand van zaken van de verschillende programma's en de ontwikkelingen die spelen.

Tijdens de raadsvergadering van 19 april 2023 hebben alle raadsfracties hun politieke prioriteiten ingebracht ter voorbereiding op de perspectiefnota 2024. Om hieruit enige richting te kunnen bepalen is een poging gedaan om zogenaamde "rode draden" te destilleren. Het aantal malen dat een onderwerp is genoemd is hierbij leidend. Aangezien sommige onderwerpen onder de noemer van verschillende programma's is benoemd heeft er ook een clustering plaatsgevonden. Dat betekent dat sommige "rode draden" bestaan uit onderwerpen die meerdere malen en soms onder verschillende programma's zijn benoemd.  Het college heeft deze "rode draden" opgenomen in een raadsbrief (nummer 35) en daarbij de vraag gesteld of   de juiste "rode draden" uit de verschillende politieke prioriteiten zijn  gedestilleerd en of de weergave volledig is.
Vervolgvraag in deze raadsbrief was of de benoemde rode draden als nader uit te werken richtingen kunnen worden opgenomen in de perspectiefnota 2024.

Op 30 mei jongstleden is tijdens de reguliere raadsvergadering gesproken over de raadsbrief met daarin de "rode draden". De algemene lijn die het college heeft opgetekend aan de hand van de inbreng van de verschillende fracties is dat de fracties zich wel kunnen vinden in de gestelde uit te werken richtingen maar  het graag wat specifieker en concreter hadden gezien. 

In het vervolg van deze paragraaf poogt het college hier invulling aan te geven. Het college zal hierbij uiteraard ook rekening houden met de financiële mogelijkheden. Tijdens de bijeenkomst van 21 maart 2023 is de raad ambtelijk bijgepraat over de financiële stand van zaken van de gemeente Tubbergen. Hieruit bleek dat de komende jaren (met name vanaf het jaar 2026) de nodige financiële onzekerheden kent en dat de financiële mogelijkheden zeker niet onbeperkt zijn. Bij het stellen van kaders en het formuleren van richtinggevende uitspraken zal hier zeker rekening mee moeten worden gehouden. Deze opmerkingen is ook opgenomen in raadsbrief nummer 35.

 

Inleiding

De uit te werken richtingen / inspanningen  uit de perspectiefnota zijn een opdracht van de gemeenteraad aan het college om zaken nader uit te werken. Ze zijn uitgangspunt bij de begroting 2024 die later dit jaar wordt opgesteld en waarover ook verdere besluitvorming plaatsvindt.  Voor de meeste uit te werken richtingen volstaan we met een algemene omschrijving van het doel, een korte toelichting daarop en het benoemen van mogelijke inspanningen.

Bij een aantal van de uit te werken richtingen ontkomen we er niet aan om naast een algemene omschrijving van de uit te werken richting ook wat dieper in te gaan op mogelijke inspanningen.  Een aantal inspanningen is  naar onze mening namelijk al concreet genoeg dat wij u reeds in deze perspectiefnota kunnen  voorzien van een eerste uitwerking. Hiermee geven we naar verwachting ook invulling aan de roep vanuit de gemeenteraad om wat specifieker en concreter te zijn.

Het college ziet, met inachtneming van de inbreng vanuit de raadsvergadering van 19 april en 30 mei op dit moment de volgende uit te werken richtingen:

  • Blijvende en zo nodig extra inzet op woningbouw in elke kern passend bij de lokale behoefte (behoud jongeren)
  • Behoud en versterken Maatschappelijke voorzieningen / maatschappelijk vastgoed
  • Blijven inzetten op deelname aan gebieds- en overlegtafels met aandacht voor balans tussen agrarisch ondernemen en natuur
  • Blijvende en zo nodig extra inzet op energiebesparende maatregelen en energiearmoede
  • Extra inzet op preventie binnen het sociaaldomein
  • Behoud kwaliteit openbare ruimte met name vanuit veiligheid en toerisme
  • (extra) inzetten op aantrekkelijk werkgeverschap

 

In richtinggevende zin houden wij, vooruitlopend op verdere uitwerking en daadwerkelijke besluitvorming rekening met het volgende middelenbeslag:

Uit te werken richtingen gemeente Tubbergen inc 2024 2025 2026 2027
 - Extra inzet op preventie binnen het sociaal Domein 300 225 225 225 225
 - Behoud en versterken maatschappelijke voorzieningen / maatschappelijke vastgoed       4.365           115           165           215           265
 - Behoud kwaliteit openbare ruimte met name vanuit veiligheid en toerisme       1.515             35           125           125           145
 - Behoud en versterken toeristische positie 0 65 65 65 65
Totaal uit te werken richtingen        6.180           440           580           630           700

 

Extra inzet op preventie binnen het sociaal domein

Het voorkomen van sociale problematiek is speerpunt van onze programmatische aanpak. Ons doel is om binnen de piramide van zorgverlening zoveel mogelijk ondersteuning te bieden in het voorliggend veld, ten einde vergaande en gespecialiseerde zorg te voorkomen. Door in te zetten op preventie optimaliseren wij onze gemeentelijke inzet. Wij denken daarbij aan een breed palet aan ondersteuning op het gebied van onder andere jeugd en gezin, jeugdhulp, sportbeoefening, persoonlijke vervoersplannen en doelgroepenbeleid.

 

Behoud en versterken maatschappelijke voorzieningen / maatschappelijk vastgoed

De clustering van maatschappelijk vastgoed heeft de laatste jaren geleid tot verschillende plannen in de kernen Manderveen, Fleringen, Langeveen en Geesteren. (In Reutum wordt eveneens gewerkt aan een toekomstplan voor maatschappelijk vastgoed). Vanuit het Maatschappelijk Akkoord is ruimte gegeven aan dorpen om planvorming op te starten zodat de toekomstbestendigheid van kern kan worden gewaarborgd. Hoewel de intenties van zowel de gemeente als initiatiefnemers constructief zijn, en aanhaken bij onze ambities op het gebied van maatschappelijk rendement, draagvlak en positieve gezondheid, moet ook de haalbaarheid en betaalbaarheid van deze initiatieven worden bezien. Naast externe financiering en subsidiëring is van gemeente een omvangrijke bijdrage nodig in de investering van deze opgaven. De dekking voor deze investeringen is zeer uitdagend in het licht van onze financiele positie. Dat betekent dat er richtinggevende keuzes moeten worden gemaakt. Om te komen tot richtinggevende keuzes binnen de financiele kaders (en armslag), wordt bij elk initiatief (plan) onderscheid gemaakt tussen de wettelijke taken van de gemeente en de investering in maatschappelijk rendement. Voor wat betreft de wettelijk taak wordt gedoeld op de onderwijscomponent, waarbij gemeente als overheid verantwoordelijk is voor de investering in huisvesting. De investering in maatschappelijk rendement gaat over het effect dat tot stand kan komen in de samenleving als gevolg van de realisatie van een geclusterde voorziening (MFA) zoals saamhorigheid, positieve gezondheid, verenigingsleven, duurzaamheid. Daar ligt geen (wettelijke) verplichting maar een ambitie.

 

Manderveen

In Manderveen is 'de huiskamer' (waarin basisonderwijs en andere voorzieningen worden geintegreerd) zo goed als gerealiseerd. Het plan wordt door de kern gedragen en met veel zelfwerkzaamheid uitgevoerd. Onder druk van stijgende bouwkosten en duurzaamheidsmaatregelen kan het plan niet binnen de bestaande begroting worden afgerond. Aangezien het plan in de afrondende fase is (en planaanpassing niet mogelijk is) heeft de Raad inmiddels voorzien in extra dekking. (Raadsbesluit 30 mei 2023).

 

Geesteren

In Geesteren is een aantal jaren geleden een locatieonderzoek uitgevoerd waarin werd onderzocht waar de nieuwe basisschool moest komen. Daarbij is uiteindelijk gekozen voor herbouw op de bestaande plek. Vervolgens is een gebiedsontwikkelingstraject gestart om rondom de school en de kerk een integraal plan (en invulling van vastgoed) tot stand te brengen, waarbij educatie, cultuur, ontmoeting en verblijf centraal stonden. Deze gebiedsontwikkeling heeft niet tot uitvoerbare planvorming geleid, omdat bepalende vastgoedposities niet verworven konden worden. Vervolgens werd ingezet op 3 afzonderlijke deelprojecten. 1) De realisatie van een nieuwe basisschool met kinderdagopvang. 2) De herinrichting de Dorpsstraat ter plaatse van het kerkplein en winkelvoorzieningencluster. 3) Het realiseren van een sport- en gezondheidscluster nabij de bestaande sporthallocatie (Vitaal en leefbaar Geesteren). 

1) Het realiseren van een nieuwe basisschool is onderdeel van eerdere besluitvorming. Na uitwerking van het bouwplan is middels een aanbesteding gekomen tot de meest voordelige prijs. Desondanks blijkt door ontwikkelingen in de markt (bouwkostenstijging) dat er sprake is van een overschrijding van het geraamde budget. Aangezien het hier gaat om een basisvoorziening wordt voortzetting van het plan en realisatie als meest realistische optie beschouwd. De Raad heeft inmiddels voorzien in extra dekking. (Raadsbesluit 30 mei 2023).

2) De herinrichting van de Dorpsstraat moet bijdragen aan een betere verkeersafwikkeling en ontsluiting en parkeervoorziening van de winkelcluster, waarbij de openbare ruimte multifuntioneel gebruikt kan worden met het oog op ontmoeting en verblijf.  Het plan kan worden gezien als een infrastructurele verbetering voor het gebied en de kern Geesteren. Het maatschappelijk effect is de vinden in het uitgangspunt dat de gehele kern profiteert van deze aanpassing. Het gebied krijgt een impuls waarbij op dagelijkse basis bezoekers de voordelen van herinrichting ondervinden.

Voorgesteld wordt te kiezen voor een sobere en doelmatige inrichting, met hergebruik van materialen, als basis. Door zelfredzaamheid of financiele bijdragen van ondernemers kunnen mogelijkheden ontstaan om een plusvariant (betere uitstraling, nieuwe materialen) te realiseren.

 

3) De stichting VLG heeft een ambitieus plan uitgewerkt voor een multifunctionele accommodatie. Geesteren moet het meest vitale en leefbare dorp van Twente worden met de nieuwe accommodatie als centrale ontmoetingsplek. Het plan is omvangrijk en bevat voorzieningen als ontvangst, centrale ontmoeting, sporthal (4 zaaldelen), beweegbox, fitness en krachtsport en 1e lijnszorg. Daarbij wordt de doorsteek naar de buitensport gemaakt met mogelijk infrastructurele aanpassingen. Het geheel is ingekaderd in een valuecase waarin wordt omschreven welke maatschappelijk doelen worden behaald. Er wordt ingezet op: 1) verlagen beroep op maatwerkarrangementen; 2) op peil houden vrijwilligersbestand; 3) afname overgewicht; 4) afname eenzaamheid onder jongeren en ouderen. De (gemotiveerde) aanname is dat deze doelen worden verwezenlijkt door de aanwezigheid van het beoogde MFA en de programmering van activiteiten die worden ontplooid vanuit deze geclusterde voorziening. De investeringsraming is zeer fors en komt uit op 24 miljoen, waarvan gemeente circa 18 miljoen voor haar rekening zou moeten nemen. Deze claim is dusdanig omvangrijk, dat ondanks de gedragen maatschappelijke voornemens, financiele dekking vanuit gemeente onhaalbaar is.

Voorgesteld wordt om een (naar verhouding met de neergelegde claim) beperkte bijdrage beschikbaar te stellen, waarbij de maatschappelijke effecten van het plan worden omarmd, zonder dat deze worden gekoppeld aan de realisatie van een nieuw gebouw. De centrale vraag is of een deel van de maatschappelijke doelen kunnen worden behaald met bestaand maatschappelijk vastgoed, programma's en activiteiten. De consequentie van deze richting is dat verdere planuitwerking richting een MFA niet meer aan de orde is, tenzij vanuit de stichting VLG omvangrijke externe financiering kan worden gevonden. Dat lijkt op voorhand geen realistich verzoek.

 

Langeveen

In Langeveen speelt de unieke situatie dat al het maatschappelijk vastgoed in het dorp al een aantal jaren aan vervanging toe is. Een situatie die maakt dat nu het moment er is om te investeren in een MFA, zodat er sprake zal zijn van een situatie waarin al het maatschappelijk vastgoed voor een periode van 30 tot 40 jaar bestendig zal zijn. De werkgroep (nu stichting MVL) werkt al geruime tijd samen met een grote groep bestuurders van sport- en cultuurverenigingen, dorpsraad, en school aan de totstandkoming van een MFA ten behoeve van de versterking van de leefbaarheid in het dorp. Het plan omvat een onderwijsvoorziening, sporthal, en verschillende maatschappelijke ruimten. De realisatie van het MFA dient te leiden tot sociale inclusie & cohesie, toekomstbestendig woongenot voor jong & oud, efficiënte inzet van vrijwilligers, vermindering reisbewegingen binnensport en school (uren, brandstof, uitstoot), substantiële verlaging van de energielasten. Het plan draagt bij aan onze doelstellingen van positieve gezondheid en biedt de kern een bijzondere kans om toekomstbestendig te worden.

Op basis van een actuele bouwkostenraming blijkt dat de investeringsraming €10,7 miljoen bedraagt. De Stichting MVL gaat al uit van een gemeentelijke bijdrage van € 4,5 miljoen. Dit financiele kader is gaandeweg het traject meegegeven, waarbij de onderwijscomponent als basis is genomen met een aanvullende investering in maatschappelijk rendement (de mogelijkheid om een integrale maatschappelijke voorziening te realiseren). Na extra fondsenwerving, aangetrokken subsdies en hoge mate van zelfwerkzaamheid wordt het tekort alsnog geraamd op €1,9 miljoen. Hoewel dit plan aansluit bij onze maatschappelijke doelen is de financiele claim omvangrijk. De werkgroep realiseert zich dit en wil een uiterste inspanning leveren om extra aanvullende middelen te zoeken door meer zelfwerkzaamheid, subsidies en externe financieringsbronnen. De inzet is gericht om het totaal plan voor de kern te bewerkstelligen.

Aanvullende dekking voor een investering bovenop de reeds aangegeven 4,5 miljoen is uitdagend in het licht van onze financieële positie. Bovendien moet rekening houden worden met  processen in andere kernen. Als basisuitgangspunt kan worden overwogen om binnen de reeds aangegeven fianciele kaders te blijven en aan te sturen op planaanpassing. Hierbij bestaat echter een (groot) risico dat het plan geen doorgang vindt en het draagvlak in de kern verloren gaat. Dat wordt door de werkgroep ook dusdanig gesignaleerd.

Vanuit de werkgroep is gevraagd om een aanvullende bijdrage alsnog te overwegen. Specifiek wordt aangestuurd op:

  • Heroverweging van de bijdrage door de gemeente aan het gedeelte van de sporthal voor bewegingsonderwijs;
  • Verstrekken van een laagrentende lening BNG;
  • Sociale hypotheek;
  • Toewijzen en naar voren halen (toekomstige) KGO-gelden
  • Het op marktwaarde taxeren van de gronden;
  • Overdragen vrijkomende grond Mariaschool.

Hoewel voorgestelde richtingen creatief, constructief een meedenkend zijn levert dit geen ander financieel perspectief op. Het zal onder de streep leiden tot een hogere gemeentelijke bijdrage, die van dekking moet worden voorzien. Anderszijds lopen we aan tegen de grenzen van onze wettelijke of beleidsmatige ruimte. Gemeente verstrekt geen leningen. KGO gelden zijn toegewezen aan investeringen in ruimtelijke kwaliteit. Speculeren met overname grond (getaxeerde marktwaarde, terwijl al sprake is van een voorlopige koopovereenkomst met de stichting), danwel het overdragen van een grondpositie (Mariaschool) om geld te genereren door herontwikkeling past niet bij onze rol van overheid. Het feit dat vanuit de werkgroep verschillende ideeën voor extra dekking worden aangeleverd toont aan dat het plan in dusdanig vergevorderd stadium is, dat in het kader van de perspectiefnota (richting de begroting) een definitief oordeel gegeven moet worden over de financiele haalbaarheid van het plan. Vanuit financieel oogpunt zal extra dekking voor een investering in Langeveen ten koste kunnen gaan van processen in andere kernen, danwel het volledig uitputten van de gemeentelijke reservepositie.

Voorgesteld wordt om in te stemmen met de oorspronkelijke gemeentelijke bijdrage. Hierbij moeten wij ons realiseren dat als de MFA inclusief basisonderwijsvoorziening daardoor niet tot stand komt, gemeente binnen afzienbare tijd een wettelijke taak heeft om te investeren in de huisvesting van de Mariaschool. Op basis van het huidige IHP (2017) zou sprake zijn van renovatie. Echter naar de huidige inzichten van 'energieprestatie' (ENG) en 'frisse scholen' is het ten zeerste de vraag of renovatie adequaat is. Ervaring leert ons dat complete nieuwbouw waarschijnlijker is. Het is nu niet aan te geven welke financiele last hiermee gepaard gaat. Wanneer de raad hierin aanleiding ziet om tot een ander oordeel te komen dan voorgestelde richting zal de raad de financiele consequentie hiervan moeten afwegen ten opzichte van de incidentele (resterende) reservepositie (danwel meerjarenbegroting). Een extra bijdrage zal door de werkgroep worden gezien als een stimulans om het totaalplan tot een goede einde te brengen.

 

Fleringen

Ook in Fleringen wordt gewerkt aan een maatschappelijk initiatief waarbij de school wordt samengevoegd met het kulturhus. Het plan kent een lange voorbereiding. Met het plan wordt beoogd het voorzieningenniveau in de kern te behouden en de vrijkomende schoollocatie vrij te spelen voor woningbouw. De definitieve kostenraming van het plan is (onder meer als gevolg van een aantal onjuiste aannames in het ontwerp) nog onbekend. Er kan niet worden geanticipeerd op een totaalbeeld over de financiele claim.

Voorgesteld wordt om het plan verder uit te laten werken en een afweging te maken in de volgende perspectiefnota, danwel beslismoment in de P&C cyclus

 

Samenvatting bijdrage in de investering per initiatief

Huiskamer Manderveen inclusief basisonderwijs Bij raadsbesluit van 15 december 2020 is € 840.000 krediet beschikbaar gesteld. Bij raadsbesluit van 30 mei 2023 € 421.800 aanvullend krediet beschikbaar gesteld.
Geesteren basisschool Aloyisiusschool Bij raadsbesluit van 25 januari 2022 is € 4.897.663 krediet beschikbaar gesteld. Bij raadsbesluit van 30 mei 2023 € 1.130.058 aanvullend krediet beschikbaar gesteld.
Langeveen MFA inclusief basisonderwijs Het onderdeel van het plan dat is toe te rekenen aan basisonderwijs wordt op basis van de normvergoeding vastgesteld op €2,9 miljoen. De grondpositie wordt ingenomen conform verwervingswaarde van circa €600.000. De bijdrage als investering in maatschappelijk rendement bedraagt €1,0 miljoen. Derhalve is het voorstel om te voorzien in dekking voor een investering van € 4,5 miljoen. Richting: geen onderlegger te vinden voor dekking van (gedeeltelijke) aanvullende bijdrage van 1,9 miljoen.
Geesteren Dorpsstraat Geraamde kosten bedragen tussen € 400.000 en € 800.000, afhankelijk van planomvang en mogelijkheid tot hergebruik materialen. Een sobere en doelmatige ingericht plangebied is te realiseren voor €400.000, waarbij bestaande materialen worden hergebruikt.  Richting:  €400.000 toekennen voor doelmatige inrichting.
Geesteren MFA Planvorming financieel zeer uitdagend. Gevraagde gemeentelijke bijdrage te omvangrijk. Met het plan wordt een hoog ambitieniveau naagestreefd, waarbij wordt ingezet op verdedigbare maatschappelijke doelen.  Richting: €1,0 miljoen toekennen aan maatschappelijke opgave (als investering in maatschappelijk rendement).
Fleringen MFA inclusief basisonderwijs Bij raadbesluit van 15 februari 2022 is €1.149.568 krediet beschikbaar gesteld. Geen concreet financieel totaal overzicht.  Richting: afweging op een later besluitmoment (begroting of volgende perspectiefnota).

 

Behoud kwaliteit openbare ruimte met name vanuit veiligheid en toerisme

Het op niveau houden van onze openbare ruimte vergt onderhoud. Wij hebben de ambitie om onze inzet op het gebied van kwalitatief openbaar groen voort te zetten. Daarnaast leggen wij de nadruk op de veiligheid en toekomstbestendigheid van onze kunstwerken door een meerjarenonderhoudsplan op te stellen. Hiervoor is opdracht verstrekt  voor het opstellen van een inspectierapport voor 110 kunstwerken. Het doel van dit rapport is om inzicht te krijgen in de technische staat, het benodigde onderhoud en de instandhoudingskosten van deze gemeentelijke objecten. Uit dit onderzoek is gebleken dat de algemene (technische) staat/conditie van de geïnspecteerde objecten redelijk is. De betonnen bruggen hebben de slechtste staat van onderhoud. Vijf kunstwerken meten met prioriteit worden vervangen. Ook is gebleken dat aanvullend onderzoek en inspectie noodzakelijk om te kunnen tot een MOP . De verwachting is  De resultaten van de nader uit te voeren onderzoeken zullen ongeveer medio 2024 bekend zijn. Op basis daarvan kan medio 2024 een voorstel worden opgesteld met ook de benodigde middelen vanaf 2025. Vooruitlopend hierop is financiële ruimte nodig voor noodzakelijke vervanging en (achterstallig) onderhoud. In eerste instantie is een incidenteel bedrag van € 1 miljoen benodigd om  de noodzakelijke vervangingen en  het achterstallige (groot) onderhoud de komende twee jaar (2024 en 2025) te kunnen uitvoeren. Daarnaast willen wij vanaf 2024, eveneens vooruitlopend op de resultaten van de nader uit te voeren onderzoeken al wel structurele ruimte in onze meerjaren begroting  reserveren.


Behoud en versterken  toeristische positie
Onze toeristische positie is een uithangbord van onze gemeente en zorgt voor een verdienmodel voor een groot aantal ondernemers. Door de jaarlijkse toename van bezoekers vinden wij het van belang om te investeren in ons toeristisch klimaat. Wij doelen hiermee op de samenwerking in de regio, maar ook de samenwerking in NOT verband. Daarnaast willen wij onze ondernemers een helpende hand kunnen bieden via een uitvoeringsbudget gekoppeld aan onze bedrijfsconsulenten, bedoeld voor onderzoek en ontwikkeling.


(Extra) Inzetten op aantrekkelijk werkgeverschap

Dit is een belangrijk speerpunt in het programma organisatieontwikkeling zoals dat is opgenomen in de begroting van Noaberkracht. Binnen dit programma organisatieontwikkeling wordt vooral via de actielijn 5 "ambtenaar van de toekomst" ingezet op het zijn en blijven van een aantrekkelijke werkgever. De beide deelnemende gemeenten in Noaberkracht hebben hier middels het vaststellen van de begroting 2023 en begroting 2024 ook aanvullende middelen voor beschikbaar gesteld.

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met de uit te werken richtingen / inspanningen en deze te betrekken bij het opstellen van de begroting 2024 waar verdere besluitvorming plaatsvindt of bij separaat raadsvoorstel als de omstandigheden (voortgang) daarom vragen.

7. Incidenteel beschikbare algemene middelen waaronder de (belangrijkste) reserves

Incidenteel beschikbare algemene middelen waaronder de (belangrijkste) reserves

Terug naar navigatie - Incidenteel beschikbare algemene middelen waaronder de (belangrijkste) reserves

In deze paragraaf zoeken we aansluiting bij de gepresenteerde cijfers uit de begroting 2023. Met deze cijfers als uitgangspunt gaan we daarna de mutaties benoemen en toelichten zodat het meest recente beeld van de incidenteel beschikbare algemene middelen waaronder de (belangrijkste) reserves ontstaat. Zoals aangegeven nemen we cijfers uit de begroting 2023 als vertrekpunt.

 

Beschikbare algemene incidentele middelen  € 
 - Weerstandcapaciteit ratio 1,5 (algemene reserve)           4.500.000
 - Reserve coalitieakkoord 2022-2026           6.705.000
 - Reserve incidenteel beschikbare algemene middelen           3.502.000
Totaal Beschikbare algemene incidentele middelen - begroting 2023        14.707.000

 

Algemene reserve

Rekening houdend met een aantal mutaties op grond van bestaand beleid (grondexploitaties) en een aantal specifieke raadsbesluiten ontstaat het volgende beeld van de algemeen reserve:

 

Algemene reserve - stand uit begroting 2023           4.500.000
Bij: saldo jaarverantwoording 2022           1.895.000
Bij: resultaten grondcomplexen 2022             -218.000
Bij: voordellig saldo septembercirculaire 2022              242.000
Bij: voordelige saldo jaarschijf 2023 uit perspectiefnota 2024           1.146.000
Herziene stand algemene reserve           7.565.000
Benodigde weerstandscapaciteit           4.500.000
Surplus -> naar reserve incidenteel beschikbare algemene middelen           3.065.000

 

Deze aangegeven mutaties zijn voorzien van een raadsbesluit en lopen op grond van bestaand beleid via de algemene reserve. 

 

Uitgaande van de, in deze begroting bepaalde, weerstandscapaciteit en de daaraan gekoppelde ratio van 1,5 moet de stand van de algemene reserve ten minste €4.500.000 zijn. Conform bestaande beleid wordt het meerder (het zogenaamde surplus) “afgeroomd” en gestort in de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen.

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met het verloop en de opzet van de algemene reserve en het surplus op de algemene reserve ten bedrage van € 3.065.000  “af te romen” en te storten in de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen.

 

Reserve Incidenteel Beschikbare Algemene Middelen (RIBAM)

In de begroting 2023 is weergegeven dat de vrije ruimte in deze reserve € 3.502.000 bedraagt. Inmiddels zijn een aantal besluiten genomen en hebben een aantal autonome ontwikkelingen plaatsgevonden wat maakt dat de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen op dit moment het volgende beeld laat zien:

 

Reserve incidenteel beschikbare algemene middelen - stand begroting 2023           3.502.000
bij: surplus algemene reserve           3.065.000
bij: opheffen reserve centrumplan              696.000
bij: co-financiering Tubbergen Bruist              173.000
bij: compensatie opmgevingswet uit septembercirculaire 2022              341.000
bij: (subsidie) Fietspad Manderveenseweg               450.000
bij: vrijval werkbudgetten MAT              189.000
af: samenhangende objectenregistratie               -88.000
af: toekomstbestendig maatschappelijk vastgoed             -106.000
bij: restant stelpost Corona - budgetoverheveling vanuit jaarverantwoording 2022              442.500
bij: uitvoeringsplan SD - budgetoverheveling vanuit jaarverantwoording 2022              156.000
af: huiskamer Manderveen             -422.000
af: Vlaskoel - dak en gevelisolatie              -330.000
Herziene stand           8.068.500

 

De verschillende mutaties zijn voorzien van een raadsbesluit of worden middels deze perspectiefnota voorzien van een raadsbesluit.

 

De uit te werken richtingen / inspanningen doen voor een bedrag van € 6.180.000 een beroep op de RIBAM.  Specificatie:

Uit te werken richtingen / inspanningen  
Langeveen           2.900.000
uitvoeringsplan Sociaal Domein              300.000
Centrumplein Geesteren              400.000
Vitaal Geesteren           1.000.000
Gymzaal Reutum - groot onderhoud                 65.000
Veiligheid Almeloseweg Harbrinkhoek / Mariaparochie              515.000
MJOP Kunstwerken           1.000.000
Totaal uit te werken richtingen /inspanningen           6.180.000

 

Rekening houdend met het middelenbeslag voortkomend uit de de aangegeven uit te werken richtingen / inspanningen resteert een stand van RIBAM van € 1.888.500.

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met de aangegeven mutaties op de reserve incidenteel beschikbare algemene middelen. 

 

Reserve  Coalitieakkoord 2022-2026

Met het uitvoeren van coalitieakkoord worden ook de middelen uit deze reserve aangesproken. In het jaar 2022  is voor een bedrag van € 292.000 een beroep gedaan op deze reserve.  Deze zijn toegelicht in de jaarverantwoording 2022. Hierdoor komt de stand van deze reserve per 1 januari 2023 uit op een bedrag van € 6.413.000.

In het kader van de actualisatie van het coalitieakkoord (eerder in deze perspectiefnota opgenomen onder de specifieke mutaties) wordt voorgesteld een bedrag van € 400.000 aan deze reserve te onttrekken en toe te voegen aan de algemene middelen. Daarnaast is de jaarschijf 2023 van het coalitieakkoord opgenomen in de begroting 2023 en zijn de lasten daarvan op begrotingsbasis ten bedrage van € 2.755.000 onttrokken aan deze reserve.

Dit maakt dat we uitgaan van een stand van deze reserve eind 2023 van € 3.258.000. 

 

Herziene stand algemene incidentele middelen

Rekening houdend met de aangegeven en toegelichte mutaties op de genoemde reserves  ontstaat het volgende beeld van de algemene incidentele middelen:

 

Beschikbare algemene incidentele middelen  € 
 - Weerstandcapaciteit ratio 1,5 (algemene reserve)           4.500.000
 - Reserve coalitieakkoord 2022-2026           3.258.000
 - Reserve incidenteel beschikbare algemene middelen           1.888.500
Totaal Beschikbare algemene incidentele middelen - perspectiefnota 2024           9.646.500